Lage-inkomensvoordeel (LIV) en loonkostenvoordelen (LKV)

Het lage-inkomensvoordeel (LIV) is per 1 januari 2025 afgeschaft. In dat jaar worden alleen nog de laatste betalingen gedaan over het LIV van 2024.

Vanaf 1 januari 2025 zijn ook de bedragen van het loonkostenvoordeel (LKV) voor oudere werknemers verlaagd:

• van € 3,05 per verloond uur (maximaal € 6.000 per jaar)
• naar € 1,35 per verloond uur (maximaal € 2.600 per jaar).

Per 1 januari 2026 wordt het LKV voor oudere werknemers helemaal afgeschaft.
De verlaging van het LKV geldt alleen voor dienstverbanden die zijn gestart op of na 1 januari 2024.

Op dezelfde datum, 1 januari 2026, treden onderdelen van de Wet banenafspraak in werking. Deze wijzigingen maken het LKV doelgroep banenafspraak eenvoudiger:

• Werknemers hoeven geen doelgroepverklaring meer aan te vragen.
• Het recht op het LKV wordt structureel in plaats van maximaal drie jaar: het blijft gelden zolang het dienstverband voortduurt.
• De doelgroep van het LKV wordt gelijkgetrokken met de doelgroep van de banenafspraak zelf.

Daarnaast werkt het kabinet aan een nieuw wetsvoorstel. Doel daarvan is om ook mensen met een WIA- of WW-uitkering die niet zelfstandig het wettelijk minimumloon kunnen verdienen, op te nemen in het doelgroepregister banenafspraak. Voor deze groepen zou dan loonkostensubsidie beschikbaar komen. Het voorstel bevindt zich nog in de beleidsvoorbereidende fase. Het streven is wel om de uitgangspunten in 2025 vast te stellen.