De Wet DBA bepaalt dat opdrachtgevers en opdrachtnemers een modelovereenkomst moeten gebruiken die door de Belastingdienst is goedgekeurd, als zij een overeenkomst aangaan voor uit te voeren werk. Sinds 6 september 2024 worden de modelovereenkomsten uitgefaseerd, maar mogen met bestaande modelovereenkomsten werken tot en met 31 december 2029.
De Wet Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties (DBA), die in de plaats is gekomen van de VAR, zorgt nog steeds voor de nodige verwarring. Opdrachtgevers en -nemers kunnen niet meer met de destijds vertrouwde VAR-verklaring werken, maar moeten een overeenkomst sluiten. Als ze echt zekerheid willen over de arbeidsrelatie, moet dat bovendien conform een modelovereenkomst zijn die op de site van de Belastingdienst staat.
In de praktijk blijkt dat opdrachtgevers- en nemers niet goed met de modelovereenkomsten kunnen werken. Er blijft onduidelijkheid over de arbeidsrelatie. Dan ontstaat het gevaar dat de opdrachtgever achteraf alsnog sociale premies moet afdragen omdat de opdrachtnemer in de ogen van de fiscus eigenlijk een werknemer was.
Bovendien bouwt de Belastingdienst het werken met modelovereenkomsten langzaamaan af. Dit betekent dat de relatieve zekerheid die opdrachtgevers en zelfstandigen tot nu toe konden ontlenen aan deze vooraf goedgekeurde overeenkomsten, niet langer bestaat.
|
Handhaving hervat in 2026 |
|
De Wet DBA is bedoeld om duidelijkheid te scheppen over de arbeidsrelatie tussen zelfstandigen en hun opdrachtgevers. De wet blijft van kracht, maar een essentieel onderdeel van deze wet – het werken met door de Belastingdienst goedgekeurde modelovereenkomsten – wordt afgeschaft. Dit betekent dat de relatieve zekerheid die opdrachtgevers en zelfstandigen tot nu toe konden ontlenen aan deze vooraf goedgekeurde overeenkomsten, niet langer bestaat. |
Word abonnee en krijg onbeperkt toegang tot alle artikelen
Dit artikel is afkomstig uit HR Tools & Extra’s van Personeelsnet.nl. Auteursrecht berust bij Personeelsnet Media BV, Rotterdam.