Diversiteit op het werk: LHBTI+er wil inclusief HR-beleid

Jonge werknemers werken graag bij een baas waar de werkcultuur uitnodigend is voor iedereen. Maar lang niet alle LHBTI+ers zijn hier open over op het werk.

LHBTI+-ers hebben niet één keer een coming-out, want iedere keer als zij van werk veranderen, of op een andere afdeling gaan werken, moeten ze weer aan hun omgeving vertellen ‘op wie ze vallen’. In Nederland vertellen vier op de tien LHBTI+ers alleen maar aan directe collega’s over hun geaardheid. Eén op de tien vertelt daar helemaal niets over, uit angst voor discriminatie, intimidatie, gebrek aan respect en verlies aan carrièrekansen. HR moet meer oog hebben voor inclusief werkgeverschap, want jonge werknemers uit álle geledingen van de samenleving, werken graag bij een baas waar de werkcultuur uitnodigend is voor iedereen.

Niet-inclusief gedrag op de werkvloer
Al met al leidt het HR-beleid rondom diversiteit en inclusie bij Nederlandse werkgevers nog onvoldoende tot gelijkheid op de werkvloer, blijkt uit een omvangrijk onderzoek naar LHBTI+-inclusie van adviesbureau Deloitte. Want één op de drie Nederlandse respondenten heeft op de werkvloer te maken gehad met niet-inclusief gedrag. Van deze groep zegt iets minder dan de helft er zeker van te zijn dat dit het gevolg was van hun seksuele geaardheid of genderidentiteit.

Het rapport biedt inzicht in de ervaringen van meer dan 5.400 LHBTI+-respondenten uit 13 landen, waaronder Nederland.

Meerderheid Nederlandse LHBTI+-ers is open
In Nederland is de situatie op de werkvloer beter dan in andere onderzochte landen. Een meerderheid van de Nederlandse LHBTI+-ers durft hier op de werkvloer open te zijn over hun seksuele geaardheid of genderidentiteit. Voor 46 procent van de respondenten geldt dat zij tegenover al hun collega’s open (durven te) zijn, 42 procent voelt zich alleen comfortabel genoeg tegenover enkele vertrouwde collega’s.

Toch is er in Nederland ook een groep van 9 procent die helemaal niet open durft te zijn over hun seksuele geaardheid of genderidentiteit. Zij maken zich onder meer zorgen over discriminatie en intimidatie (25 procent), gebrek aan respect van collega’s (24 procent), en de impact die openheid kan hebben op verdere carrièrekansen (24 procent). Daar kunnen ze wel eens gelijk in hebben, want een kwart van de LHBTI+-ers die melding maakten van niet-inclusief gedrag, hebben daar zelf represailles van ondervonden. In de meeste gevallen wordt de persoon over wie melding is gemaakt wel aangesproken op het niet-inclusieve gedrag, maar heeft dit verder geen consequenties.

Verder lezen?

Word abonnee en krijg onbeperkt toegang tot alle artikelen

Dit artikel is afkomstig uit HR Tools & Extra’s van Personeelsnet.nl. Auteursrecht berust bij Personeelsnet Media BV, Rotterdam.