De Belastingdienst doet bijna niets aan de onterechte inhuur van zelfstandigen

Wie een zelfstandige inhuurt, moet ervoor waken dat de Belastingdienst de werkkracht niet beschouwt als werknemer waarvoor u dan belasting en premies moet afdragen.  Vroeger kon u daarvoor een VAR-verklaring vragen aan de opdrachtnemer, maar nu moet u met modelovereenkomsten werken waarin de arbeidsrelatie wordt beschreven tussen de opdrachtgever en –nemer. Dat staat in de wet DBA, die in de praktijk zo onuitvoerbaar is dat de Belastingdienst al jaren nauwelijks handhaaft. Dat blijkt wel, want in de afgelopen drie jaar zijn nog geen 500 bedrijven gecontroleerd. Het resultaat daarvan is dat in drie jaar tijd slechts één maal een correctie is doorgevoerd.

Dat is zorgelijk, vindt de Algemene Rekenkamer die onderzoek deed naar de handhaving van de Wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties (Wet DBA). De wet is namelijk bedoeld om werkenden met een zwakke arbeidsmarktpositie te beschermen. Verder moet de wet oneerlijke concurrentie tegen gaan. Want bedrijven die hun arbeidskrachten netjes in dienst nemen zijn in het nadeel als hun concurrenten blijven werken met goedkopere zzp’ers waarvoor zij geen belasting en premies hoeven af te dragen.

De Algemene Rekenkamer zegt het misschien niet zo scherp, maar het komt er toch op neer dat de wet ook voor de fiscus onuitvoerbaar is. Want alle fiscale regels van de wet handhaven kan gewoon niet, stelt de Algemene Rekenkamer. Het is veel te arbeidsintensief om te bepalen of sprake is van loondienst of  ondernemerschap door een zelfstandige. Bovendien zijn er veel te weinig ambtenaren om de handhaving weer vlot te trekken. Het is dus niet zo vreemd dat de Belastingdienst de handhaving erbij laat zitten.

Gezagsrelatie en arbeidsrelatie
Op de site van de Belastingdienst zijn modelovereenkomsten en stappenplannen gepubliceerd waarmee opdrachtgevers kunnen uitvogelen of hun zelfstandige arbeidskracht misschien toch een werknemer is (en dus in dienst moet worden genomen). Criterium hiervoor is vooral de  gezagsrelatie tussen opdrachtgever en -nemer.
Grofweg gesteld: als de werkkracht niet vrij is om zelf te bepalen hoe en wanneer hij het werk uitvoert (of geen vervanger kan sturen om het werk te doen), is waarschijnlijk sprake van een situatie waarin de werkkracht in loondienst moet komen en dus geen zzp’er is.

Al jaren werkt de overheid aan een webmodule met vragen, waarmee interactief bepaald kan worden of sprake is van een loondienstsituatie of niet. Maar het blijkt niet eenvoudig om op die manier de arbeidsrelatie vast te stellen. Er staat nu wel een webmodule online, maar de uitkomst is een advies en dus niet bindend voor het vaststellen van de arbeidsrelatie. De webmodule wordt dan ook maar weinig gebruikt, constateert de Algemene Rekenkamer.

Werken met modelovereenkomsten
Als eenmaal duidelijk is dat de werkkracht als zzp’er aan het werk kan, moet de opdrachtgever daarvoor een modelovereenkomst gebruiken die op de site van de Belastingdienst is te vinden is. Daarbij is er keus uit een algemene overeenkomst of een specifieke per sector of beroepsgroep. 

Maar ook met alle standaardovereenkomsten, blijft het lastig voor zowel de opdrachtgever als -nemer om een juiste keus te maken. Daarbij komt nog dat een kleine aanpassing in het modelcontract genoeg is om toch nog een fout te maken. Dan kan de Belastingdienst een boete opleggen en alsnog alle belastingen en premies innen.

Nauwelijks controle door Belastingdienst
De Algemene Rekenkamer constateert nu dat de handhaving op de Wet DBA door Belastingdienst echt op een laag pitje is gezet. Daardoor is er ook geen controle meer op schijnzelfstandigheid bij de inhuur van vakmensen in allerlei bedrijfssectoren. Belastingambtenaren controleren bij steeds minder opdrachtgevers of zij ten onrechte geen loonheffing afdragen. Het aantal correcties is laag. Ook zzp’ers worden minder gecontroleerd.

De Belastingdienst kan een opdrachtgever nog wel een aanwijzing geven als er een vermoeden is van schijnzelfstandigheid. Dat heeft de dienst tussen eind 2019 en 2021 maar 3 keer gedaan. Verder is slechts 1 keer een correctie opgelegd, stelt de Algemene Rekenkamer vast.

Hoe nu verder?
De Algemene Rekenkamer heeft het debacle van de Wet DBA opnieuw blootgelegd: een nobel doel is vertaald in onbegrijpelijke regels die in de praktijk onwerkbaar zijn en niet kunnen worden uitgevoerd. Ondertussen is de verantwoordelijkheid voor een correcte uitvoering wel op de bordjes van opdrachtgevers en zzp’ers gelegd.

De staatssecretaris van Fiscaliteit en Belastingdienst (Ministerie van Financiën) heeft laten weten de bevindingen van het onderzoek in grote lijnen te onderschrijven en ’geeft aan ermee aan de slag te gaan.’ Het vorige kabinet had nog het plan om ‘een breed maatschappelijk gesprek te voeren’ over mogelijke knelpunten in de regelgeving. Daarbij moest ook op tafel komen welke werkzaamheden wel en niet door een zelfstandige zouden moeten worden gedaan. Maar door de coronacrisis is het gesprek steeds opnieuw uitgesteld.

MIS NIKS: Abonneer je op de gratis Personeelsnet-nieuwsbrief

Doorsturen:

Neem een abonnement en download 452 exclusieve vakartikelen en 281 actuele HR-instrumenten!

Wilt u als HR-professional ook niks meer missen op uw vakgebied?