Kortere werkweek aan onderkant arbeidsmarkt
Nederlanders werken gemiddeld 34,4 uur per week, ruim 2 uur minder dan in 1996. De daling van de arbeidsduur gaat nu vooral nog door in de laagste functies.
Zowel mannen als vrouwen die tot de werkzame beroepsbevolking behoren, werkten in 2010 minder uren per week dan in 1996, meldt het
CBS. Bij vrouwen was de afname 1,9 uur, tegenover 1,4 uur bij mannen. De gemiddelde werkweek van vrouwen is met 28,4 uur beduidend korter dan de 39,2 uur bij mannen.
Vrouwen werken korter
De totale gemiddelde arbeidsduur daalde met ruim 2 uur per week relatief sterk. Dit komt doordat het aandeel vrouwen in de werkzame beroepsbevolking is toegenomen. De daling van de arbeidsduur vond vrijwel volledig plaats tussen 1996 en 2003.
In sommige sectoren nam toen de contractuele arbeidsduur van voltijdwerknemers af, zoals in de gezondheidszorg, een sector waar veel vrouwen werkzaam zijn. In de periode na 2003 is de contractuele arbeidsduur nauwelijks meer veranderd.
Korte werkweek vrouwen met lager beroepsniveau
Hoe lager het beroepsniveau van vrouwen, des te korter hun gemiddelde werkweek. In 2010 werkten vrouwen met een elementair beroep gemiddeld drie dagen per week. Vrouwen met een wetenschappelijk beroep hadden gemiddeld een vierdaagse werkweek.
Sinds 1996 is de gemiddelde werkweek van vrouwen met een hoog of wetenschappelijk beroep het minst afgenomen. De verschillen met vrouwen op een lager beroepsniveau zijn hierdoor wat groter geworden.
Ook mannen werken minder in laagste functies
Tussen 1996 en 2003 daalde de gemiddelde arbeidsduur van mannen op alle beroepsniveaus ongeveer even sterk. In 2010 was alleen bij mannen met een elementair beroep de gemiddelde arbeidsduur nog duidelijk lager dan in 2003.
Mannen op dit beroepsniveau hebben met 33,7 uur ook gemiddeld de kortste werkweek. De langste werkweken zijn met 40,6 uur nog steeds voor mannen met een beroep op middelbaar niveau.