Een bonus voor voltijdwerk: kan het, helpt het en mag het?

Wat is de oplossing voor het grote arbeidstekort in ons land? Werkgevers laten hun oog vallen op de 4,5 miljoen deeltijdwerkers: want als die meer gaan werken, zou de arbeidsmarktkrapte verleden tijd kunnen zijn. De minister van SZW onderzoekt de mogelijkheden van een ‘voltijdbonus’ om deeltijders, het merendeel vrouwen, over te halen om fulltime te gaan werken. Maar daar zitten nog heel wat haken en ogen aan: want meer werken, betekent niet altijd evenredig meer netto loon. Als je voltijders extra betaalt, maak je dan geen verboden onderscheid naar vrouwen, omdat zij de meeste deeltijdbanen invullen? En als deeltijders meer gaan werken, wie doet dan de nuttige taken die zij nu ‘gratis’ naast hun betaalde werk uitvoeren, zoals mantelzorg? Daar komt nog bij dat werkgevers zelf ook profiteren van de flexibiliteit die deeltijdwerk hen oplevert. Personeelsnet geeft een overzicht van de mogelijkheden en hulpmiddelen, zoals de online WerkUrenBerekenaar.

De voltijdbonus is nu extra actueel, omdat de Tweede Kamer onlangs een motie heeft aangenomen die de minister van SZW opdraagt de voor- en nadelen ervan duidelijk in kaart te brengen. De motie is speciaal gericht op het onderwijs, waar een groot tekort is aan leerkrachten, terwijl 94 duizend leraren daar nu in deeltijd werken. De gedachte is dat een bonus van 5% per kwartaal, de deeltijdleraren misschien kan overhalen om hun baan in voltijd uit te voeren.

Maar ook werkgevers wijzen er al langer op, dat de arbeidsmarktkrapte opgelost kan worden als meer mensen in voltijd gaan werken. Want nu de inflatie alsmaar oploopt, voelen  werkgeversorganisaties de druk voor hogere lonen uit de maatschappij en van de vakbonden aan de onderhandelingstafels voor nieuwe cao’s. Zij hebben een eigen oplossing voor de koopkracht van werknemers: meer loon is mogelijk als werknemers meer uren gaan werken. Arbeidsduurverlenging en de terugkeer naar een 40-urige werkweek moeten daarom op de agenda van de cao-tafels worden gezet. ‘Daarbij snijdt het mes aan twee kanten,’ stellen de werkgevers: ‘We lossen een deel van het krapteprobleem op en het is goed voor de koopkracht van werknemers, nu het leven in korte tijd fors duurder is geworden.’

Meer uren werken door voltijdbonus?
Minister Van Gennip (SZW) heeft rond de zomer al voorstellen gedaan voor de toekomst van de Nederlandse arbeidsmarkt. Kern daarvan is al dat zij werknemers meer zekerheid wil bieden en hen tegelijkertijd wil stimuleren om meer uren te werken. Eén van de mogelijke opties daarvoor is een financiële prikkel in de vorm van een voltijdbonus, in eerste instantie in het onderwijs en de zorg. Daar zijn nu veel arbeidscontracten van rond de 28 uur. Als die deeltijdwerkers  een aantal uren extra gaan werken, levert dat al een flinke bijdrage aan de oplossing van het arbeidstekort, denkt de minister.

Maar de voltijdbonus roept ook vragen op over de praktische uitvoerbaarheid en risico’s op misbruik. Zo gaan mensen misschien tijdelijk hun uren aanpassen om de bonus te incasseren. Ook bestaat het risico op onnodig hoge kosten door mensen met een bonus te belonen die al voltijd werken of van plan waren voltijd te gaan werken. Ook zijn er juridische risico’s, blijkt uit een advies van het College voor de Rechten van de Mens. 

DISCRIMINATIE DOOR VOLTIJDBONUS?

Er zijn juridische problemen rondom varianten van de voltijdbonus, blijkt uit een advies van het College voor de Rechten van de Mens (PDF). Het College onderzocht een aantal financiële varianten op juridische houdbaarheid vanuit een oogpunt van gelijke behandeling. Het gaat dan om de volgende maatregelen:

  • Een voltijdbonus;
  • Een uitbreidingsbonus;
  • Een hoger uurloon op de vierde en/of vijfde dag;
  • Een bonus die is gekoppeld aan een bepaald aantal uren werken.

Hoewel de doelen op zich legitiem zijn, concludeert het College dat bij al deze varianten sprake is van verboden onderscheid op grond van arbeidsduur en indirect onderscheid op grond van geslacht. Dat laatste komt doordat deeltijdbanen voor het overgrote deel door vrouwen worden uitgevoerd. Wanneer je extra financiële voordelen geeft aan mensen met voltijdbanen, benadeel je daarmee indirect mensen met deeltijdbanen en daarmee dus vrouwen.

Het College bekeek ook of diverse voorgestelde niet-financiële varianten juridisch aanvaardbaar zouden zijn. Het gaat dan om:

  • Een niet-financiële beloning gekoppeld aan een bepaald aantal uren werken per jaar;
  • Het ontvangen van privileges voor wat betreft inroostering;
  • Functiedifferentiatie.

De niet-financiële maatregelen zijn volgens het College niet gauw noodzakelijk om de doelen te bereiken, want andere personeelsinstrumenten werken net zo goed en maken minder onderscheid. Volgens het College kan alleen functiedifferentiatie objectief gerechtvaardigd zijn als kan worden geconcludeerd dat het voor de uitoefening van de desbetreffende functie bijvoorbeeld vereist is dat minimaal vier dagen per week wordt gewerkt.

Maar ook bij de overige varianten kwam het College tot conclusie: hierbij wordt verboden onderscheid gemaakt op grond van arbeidsduur en indirect onderscheid op grond van geslacht.

Cultuuromslag over deeltijdwerk
Naast prikkels om meer uren te werken, verkent het kabinet ook wat het kan doen als het gaat om een cultuuromslag over deeltijdwerk. Want parttime werken hoort nu net zo bij ons land als kaas en stroopwafels. We vinden het heel normaal dat van een stel één partner (meestal de vrouw) in deeltijd werkt om daarnaast ook nog (gratis) voor kinderen en het huishouden te zorgen, meestal gecombineerd met extra mantelzorgtaken.

Om voltijdwerk aantrekkelijker te maken, heeft het kabinet op Prinsjesdag aangekondigd dat kinderopvang bijna gratis wordt. Daarnaast wil het kabinet ook kijken naar het aanpakken van de belastingdruk, het combineren van twee banen en aanpassingen van werkgevers en werknemers als het gaat om slimme roosters. Daarbij zullen ook de consequenties van meer uren betaald werken voor bijvoorbeeld (mantel)zorg of vrijwilligerswerk meegenomen worden.

Vakbonden wijzen op verantwoordelijkheid werkgevers
Volgens de vakbonden wordt het arbeidsmarktprobleem met de voltijdbonus op het bordje van werknemers gelegd, terwijl werkgevers achterover leunen. Ze wijzen op de hoge werkdruk, vooral in de zorg en het onderwijs. Medewerkers zijn daar bijzonder betrokken bij hun werk en draaien al meer uren dan in hun contract staat. Ze doen vaak zwaar werk, met veel gebroken diensten. Dan lukt het gewoon niet om meer uren te werken, terwijl het in de praktijk ook niet (aaneengesloten) mogelijk is. De vakbonden concluderen dat voltijdwerk gewoon niet overal kan, ook als werknemers dat wel zouden willen.

De bonden vinden daarom dat werkgevers moeten investeren in aantrekkelijker werk, dat de werk-privébalans van werknemers respecteert. Vakbond CNV pleit daarom juist voor een voltijdweek van maximaal 30 uur. De huidige deeltijdbanen zijn vaak ook slecht betaald en worden dan ingevuld met werknemers die voornamelijk flexcontracten krijgen aangeboden. Werkgevers kiezen daar vaak zelf voor: ze weten dat mensen met een zwakke arbeidsmarktpositie niet protesteren tegen slechte roosters en gebroken diensten. Ze profiteren zo van de flexibiliteit die meerdere flexwerkers bieden, ten opzichte van een enkele voltijdmedewerker in vaste dienst. Als de werkgever dan door de krappe arbeidsmarkt wordt gedwongen om een bonus aan te bieden om flexpersoneel vast te houden, loopt het weg zodra de bonus stopt, zoals we zagen bij Schiphol

Het potentieel pakken
De term deeltijdcultuur wordt vaak gebruikt om te suggereren dat Nederlandse vrouwen massaal kiezen voor deeltijd. Maar staan de Nederlandse cultuur en regelingen rond verlof en kinderopvang die vrije keuze niet in de weg? De Stichting Het potentieel pakken heeft als doel om kennis, ervaring en talenten van werknemers optimaal in te zetten. Daarbij onderzoekt de stichting de mogelijkheden en belemmeringen die er zijn om mensen meer uren te laten werken, in sectoren als de zorg en het onderwijs, waar veel personeelstekorten zijn.

Als in die sectoren het aantal contracturen – oftewel de deeltijdfactor – van medewerkers wordt vergroot, biedt dat voordelen voor alle partijen, denkt de stichting: ‘naast het verkleinen van de personeelstekorten, dragen grotere contracten bij aan meer financiële zelfstandigheid van medewerkers en een hogere kwaliteit van diensten.’ Maar dan moet meer werken ook wel evenredig meer lonen. Helaas is dat nu niet altijd het geval, zeker niet als mensen door urenuitbreiding meer belasting gaan betalen en toeslagen van de overheid kwijtraken.

Inzicht met de WerkUrenBerekenaar
De stichting heeft daarom samen met het Nibud en WOMEN Inc. de WerkUrenBerekenaar online gezet. Dat is een gebruiksvriendelijke tool waarmee werknemers binnen 10 minuten inzicht krijgen in wat meer (of minder) werken onder de streep betekent, dus inclusief belastingen en toeslagen. Dit zou wellicht een hulpmiddel kunnen zijn om deeltijdwerkers over te halen om grotere contracten af te spreken, hoopt de stichting.

MIS NIKS: Abonneer je op de gratis Personeelsnet-nieuwsbrief

Doorsturen:

Neem een abonnement en download 280 actuele HR-instrumenten

Wilt u als HR-professional ook niks meer missen op uw vakgebied?