CNV wil praten over nullijn, FNV niet
De werkgevers willen arbeidsplaatsen voor gehandicapten maken, als heel Nederland op de nullijn gaat. Niemand een cent salaris erbij, dat vindt vakcentrale FNV een slecht idee. Maar collega-vakcentrale CNV wil er -onder strenge voorwaarden- wel over praten.
De werkgevers willen een nullijn omdat de lonen in Nederland de afgelopen jaren te veel zijn gestegen. Nederlandse lonen liggen nu weer hoger dan in Duitsland.
CNV-voorzitter Jaap Smit benadrukt dat de Nederlandse vakbeweging verantwoordelijkheid moet nemen nu het zo slecht gaat met de economie. Het CNV is bereid om samen met werkgevers en politiek om de tafel te gaan. ‘Doen wij dat niet’, stelt Smit, ‘dan zal het primaat vanzelf bij de politiek komen te liggen. En ik vraag me af of wij daarmee beter af zijn’.
CNV: nullijn onder voorwaarden
Het CNV nodigt andere vakbonden uit om over de nullijn te onderhandelen. De bond vult wel vast een aantal randvoorwaarden in:
- De nullijn moet voor iedereen gelden, dus ook voor de top van het bedrijfsleven en zij die niet onder een cao vallen;
- Er moet een zware belasting op bonussen komen tot wel 75 procent, om een einde te maken aan ‘die idiote bonuscultuur die niemand wil of kan begrijpen’;
- Harde afspraken met werkgevers en duidelijke garanties over het aan het werk helpen van Wajongers en WSW’ers;
- Geen huishoudinkomentoets voor jonggehandicapten in de Wet Werken naar Vermogen;
- Terugdraaien van zware bezuinigingen op het passend onderwijs.
FNV: nul procent erbij is onverstandig
Maar vakcentrale FNV herhaalt nog maar eens het bondsstandpunt dat het onder de huidige economische omstandigheden heel onverstandig is om naar de nullijn te gaan. FNV-voorzitter Agnes Jongerius: ‘Daar komt de economie zeker niet mee op gang. We moeten het vertrouwen van mensen in de economie herstellen.'
Volgens de vakcentrale stoppen mensen ‘massaal met geld uitgeven als iedereen er op achteruit gaat. De nullijn voor alle werknemers van Nederland is dan geen goed idee’. Volgens de FNV is dit ook het standpunt van Nederlandse economen, het CPB, de OESO en het IMF.
Doorsturen:
