Tussen sombere berichten ook lichtpuntjes.

De Nederlandse overheid heeft te weinig gedaan om de Nederlandse economie te stimuleren ondanks herhaalde oproepen daartoe. Dat stelt vakcentrale CNV. De vakbond reageert daarmee op berichten dat de Nederlandse economie nog steeds krimpt, terwijl de economieën van Frankrijk en Duitsland een bescheiden groei laten zien.

Ten opzichte van een kwartaal eerder kromp de Nederlandse economie in het tweede kwartaal van 2009 met 0,9 procent. Dit is het vijfde kwartaal op rij met negatieve kwartaal-op-kwartaalgroei en dat is een record, zo meldt het CBS. Toch is het cijfer minder slecht als het wordt afgezet tegen de krimp in het eerste kwartaal van 2009, die nog 2,7 procent bedroeg.

Fors minder banen
In het tweede kwartaal van 2009 waren er 93 duizend banen minder dan hetzelfde kwartaal van 2008. Daarmee werkt de recessie met enige vertraging nu ook stevig door in de werkgelegenheid.

Het aantal banen in het tweede kwartaal was 1 procent lager dan in het eerste kwartaal van 2009. Er gingen vooral veel uitzendbanen verloren. Het verlies aan banen betekent de grootste kwartaal-op-kwartaalkrimp die het CBS ooit heeft gemeten.

Te weinig daadkracht
De Nederlandse economie krimpt omdat het kabinet te weinig daadkracht toont, stelt het CNV. Dat het veel beter kan laten Frankrijk en Duitsland zien. Die landen klimmen uit de recessie doordat er meer en tijdig is geïnvesteerd, stelt CNV-voorzitter Rene Paas.

`Ik verwacht van de Nederlandse overheid daarom nu meer daadkracht en stevige investeringen in onder meer de bouwsector, voordat de situatie verergert’, maant de bondsvoorzitter het kabinet naar aanleiding van de jongste CBS-cijfers.

Betere vooruitzichten
Nieuwe berekeningen van het Centraal Planbureau (CPB) zijn nu iets minder somber dan enkele maanden geleden. De situatie blijft zorgelijk, maar op een aantal terreinen is het beeld iets verbeterd.

De werkloosheid komt in 2010 naar verwachting lager uit dan in juni nog werd gedacht. Hield het CPB eerder rekening met 730.000 werklozen in 2010 (9,5 procent van de beroepsbevolking), nu houden de rekenmeesters van het kabinet het op 615.000 (8 procent). Dat zijn dus ruim honderdduizend werklozen minder dan eerder werd berekend.