Veel werkgevers nemen standaard een concurrentiebeding op in hun arbeidsovereenkomsten. Maar op die manier gebruiken ze het beding op een oneigenlijke manier, vindt vakbond CNV. De bond merkt dat werknemers last hebben van het beding als ze van baan willen wisselen. Daarom wil het CNV dat werkgevers gaan betalen als ze gebruik maken van het concurrentiebeding. Al heel wat jaren buigt de politiek zich over aanpassingen van het concurrentiebeding, dat sinds 1907(!) ongewijzigd is gebleven.
Het gebruik van het concurrentiebeding is de afgelopen jaren verdubbeld. In 2015 had 19% van alle arbeidscontracten een concurrentiebeding, in 2022 was dit 37%. Ruim een derde van de werkgevers kiest voor een concurrentiebeding om personeel vast te houden, blijkt uit onderzoek dat minister Van Gennip (SZW) liet uitvoeren.
In deze tijd van hoge arbeidsmobiliteit is het concurrentiebeding ‘een volstrekt achterhaald middel dat werknemers te veel benadeelt,’ vindt vakbond CNV.
Voorlaatste wijzigingsvoorstel stamt uit 2001
Minister Van Gennip (SZW) komt dit jaar met een wetsvoorstel om het concurrentiebeding meer aan banden te leggen. In opdracht van de Tweede kamer rapporteerde de minister eerst over onderzoek naar de toepassing van het concurrentiebeding. De wetsaanpassing is een nieuwe poging om het concurrentiebeding uit 1907 aan te passen; de voorlaatste poging stamt uit 2001 toen een wetsvoorstel is verworpen.
In dat eerdere wetsvoorstel was al een vergoedingsplicht opgenomen wanneer de werkgever een concurrentiebeding zou afspreken. Het idee hierachter is dat werkgevers minder lichtvaardig een concurrentiebeding afspreken, als zij de werknemer financieel moeten compenseren voor het inperken van zijn/haar bewegingsvrijheid op de arbeidsmarkt. Vakbond CNV wil dat minister Van Gennip de vergoedingsplicht ook in haar nieuwe wetsvoorstel opneemt. Bovendien wil het CNV dat de nieuwe regels rond het concurrentiebeding zo snel mogelijk ingaan vanwege de krappe arbeidsmarkt.
Concurrentiebeding dupeert de werknemer
‘Werkgevers kiezen er steeds meer uit automatisme voor om het concurrentiebeding op te nemen. Dat vinden ze een makkelijk middel om werknemers te binden in een krappe arbeidsmarkt. Het kost ze zelf niets, maar dupeert de medewerker. Die kan geen kant op, zelfs niet als de werkgever hem ontslaat. Het is bovendien een inbreuk op grondrechten: iedereen heeft recht op vrije arbeidskeuze. De werkgever ontneemt werknemers hiermee dit recht,’ aldus Piet Fortuin, CNV-voorzitter.
Het CNV pleit daarom voor betalen voor een concurrentiebeding. Fortuin: ‘Wij stellen een bedrag van 80% van het laatstverdiende loon voor gedurende de looptijd van het concurrentiebeding. Wij schatten in dat 95% van de overbodige concurrentiebedingen hierdoor van tafel gaat.’ Het CNV pleit daarnaast voor volledige afschaffing van het concurrentiebeding bij ontslag in proeftijd, omdat de werknemer dan vaak te kort in dienst is geweest om bedrijfsgevoelige informatie mee te nemen.
Meer opties voor nieuw concurrentiebeding
Uit het onderzoek dat de minister liet uitvoeren, blijkt dat veel werknemers niet bekend zijn met de exacte invulling of betekenis van hun concurrentiebeding. Dit gebrek aan kennis en de beperkte onderhandelingspositie leiden ertoe dat de werknemer weinig tegen de werkgever kan inbrengen als die een concurrentiebeding wil afspreken. Werkgevers nemen het beding vaak ‘standaard’ op in hun arbeidsovereenkomsten, waardoor ook werknemers onder het beding vallen bij wie er geen specifieke noodzaak voor is. De werkgever gebruikt het beding dan enkel om schaars personeel aan zich te binden.
Tegelijkertijd zijn er ook werkgevers die het beding terecht gebruiken en ook nodig hebben om hun bedrijfsgegevens te beschermen. De minister gaat op basis van het onderzoek beleidsopties opstellen die in het wetsvoorstel worden opgenomen. Daarbij neemt zij ook wijzigingsvoorstellen van de Tweede Kamer mee:
Deze, en mogelijk andere, beleidsopties worden eerst met de sociale partners uitgewerkt en vervolgens in het wetsvoorstel verwerkt.