Sociale partners redden 3e jaar WW, werknemer betaalt

Vanaf 1 januari 2016 wordt de wettelijke ww-duur geleidelijk aan verkort van 38 naar 24 maanden (in 2019). In het sociaal akkoord, spraken werkgevers en werknemers eerder af dat ze het derde ww-jaar wilden redden en dat is nu gelukt. Werknemers moeten daarvoor wel weer ww-premie gaan afdragen.

De sociale partners hebben met minister Asscher in een evaluatiegesprek bij de Stichting van de Arbeid besproken hoe de uitvoering verloopt van het sociaal akkoord. Belangrijk pijnpunt blijft de werkloosheid en, daarmee samenhangend, de verkorting van de uitkeringsduur van de ww. Maar over dit laatste hebben werkgevers en werknemers elkaar gevonden: de duur van de ww-uitkering wordt gerepareerd via de cao’s.

Derde ww-jaar blijft
De versobering van de ww, die het kabinet doorvoert per 1 januari 2016, wordt gerepareerd door werknemers premies te laten betalen voor het derde ww-jaar. Daarover zullen vakbonden en werkgevers in cao’s afspraken maken.

Werkgevers betalen de premie voor het 2 jaar durende wettelijk gedeelte van de WW, werknemers het bovenwettelijk (private) gedeelte (het zogeheten ‘derde jaar’). Werknemers leveren hiervoor de komende twee jaar 0,2 procent van het jaarsalaris in (ongeveer 70 euro per jaar). Daarna loopt de premie uiteindelijk op tot 0,75 procent. Vakbonden en werkgevers streven wel naar een 50/50-verdeling van zowel het wettelijk als bovenwettelijk gedeelte. Dit kan door in cao-afspraken de ww-bijdrage van werknemers te ‘repareren’.

Langere inkomenszekerheid door 3e jaar ww
Dat werknemers inkomen moeten inleveren is natuurlijk niet fijn, maar daar krijgen ze wel een langere periode van inkomenszekerheid voor terug als ze onverhoopt werkloos worden. Zo wordt voorkomen dat werknemers die al langer dan tien jaar werken een kortere WW krijgen en zich dus sneller geconfronteerd zien met een stevig inkomensverlies als ze geen baan vinden.

Het UWV gaat gegevens verstrekken aan een nog te kiezen landelijke instantie die de regeling voor het 3e jaar ww gaat uitvoeren. De sociale partners hoopten dat het UWV deze taak zou uitvoeren, maar dat mag niet van het kabinet.

Alleen voor werknemers met een cao?
De reparatie van het derde ww-jaar verloopt via de cao’s. Minister Asscher heeft toegezegd de cao-afspraken hierover aan bedrijfstakken op te leggen. Daarmee gelden de afspraken straks voor 6 miljoen werknemers (70 procent van de beroepsbevolking).

Daarmee vissen werknemers die geen cao hebben achter het net. Maar werkgeversorganisaties VNO-NCW, MKB-Nederland en LTO Nederland roepen hun leden wel op om de reparatie ook te regelen in eigen bedrijfsregelingen als voor hen geen cao geldt. De vakbonden roepen ondernemingsraden op in actie te komen om de reparatie te regelen bij bedrijven zonder cao.

Meer zeggenschap over WW
Eén van de afspraken uit het sociaal akkoord is ook dat sociale partners meer zeggenschap krijgen over de WW. Het kabinet gaat wettelijk verankeren dat werkgevers en werknemers een zwaarwegende adviesrol hebben bij beslissingen over de premie, duur en opbouw van de WW.

MIS NIKS MEER: Schrijf je hier in voor de gratis HR-nieuwsbrief

Doorsturen:

Neem een abonnement en download 280 actuele HR-instrumenten

Wilt u als HR-professional ook niks meer missen op uw vakgebied?