Pensioenfondsen: meer geld in kas, maar lage rente drukt resultaat

Stijgende aandelenkoersen zorgden voor hogere vermogens bij pensioenfondsen. Maar de rente blijft maar dalen, waardoor de fondsen nog meer geld in reserve moeten houden om alle pensioenen te kunnen uitbetalen. De gemiddelde dekkingsgraad van de Nederlandse pensioenfondsen is in maart, na twee maanden van stijgingen, weer teruggelopen.

Dat blijkt uit de Pensioenthermometer van adviesbureau Aon, dat dagelijks de hoogte van de gemiddelde dekkingsgraad bijhoudt.

De beleidsdekkingsgraad, gebaseerd op de gemiddelde dekkingsgraad van de afgelopen twaalf maanden, bleef in maart stabiel op 108 procent. Deze dekkingsgraad is wel hoger dan het wettelijk vereiste minimum van 104,3 procent, maar een aantal fondsen zit daar nog onder. Deze fondsen moeten daarom wellicht korten op pensioenen aan het einde van 2019 en 2020.

Vermogen pensioenfondsen gestegen
Het vermogen van pensioenfondsen is in maart verder gestegen. Beleggingen leveren meer op door gunstige macro-economische ontwikkelingen en de lage rente. Ook de vastgoedportefeuille rendeert goed. Door de gedaalde rente namen ook de langlopende staatsobligaties in waarde toe.

De verdere daling van de rente zorgt voor hogere aandelenkoersen, maar is verder niet zo gunstig voor pensioenfondsen. Want door de rentedaling nam de waarde van de verplichtingen per saldo met ongeveer 5 procent toe. Dat betekent dat de pensioenfondsen meer geld in kas moeten hebben om alle (bestaande en toekomstige) pensioenen uit te kunnen keren.

Pensioenhervorming blijft nodig
Volgens Frank Driessen van Aon is het van groot belang “dat er snel duidelijkheid komt over een nieuw stelsel, om verdere aantasting van het draagvlak voor pensioen te voorkomen.” Ook de Nederlandsche Bank roept de politiek op om de onderhandelingen met werkgevers en vakbonden weer op te pakken.

De bonden willen de pensioenleeftijd op 66 jaar houden en verwachten een gebaar van het kabinet om de onderhandelingen te hervatten. Het kabinet werkt nog steeds aan een systeem waarbij er sprake is van een persoonlijk pensioenvermogen met collectieve risicodeling.

Pensioenvermogen lastig te verdelen
Maar het wordt lastig om de aanspraken op een collectief vermogen om te zetten naar persoonlijke pensioenvermogens. Vooral de verdeling van de buffers is een heikel punt. Frank Driessen pleit daarom voor een ‘harde stop’ van het bestaande stelsel om invaarproblematiek en discussies over de overgangskosten te voorkomen.

Driessen: “Ook zou er meer individuele keuzevrijheid voor deelnemers moeten komen. Individuele pensioenen kunnen tot stand komen door gezamenlijk te beleggen op basis van een risicoprofiel dat de deelnemer kiest. Ondernemingen met een verplichtgestelde pensioenregeling kunnen zelf bepalen waar ze die regeling laten uitvoeren.”

MIS NIKS: Abonneer je op de gratis Personeelsnet-nieuwsbrief

Doorsturen:

Neem een abonnement en download meer dan 300 actuele HR-instrumenten

Wilt u als HR-professional ook niks meer missen op uw vakgebied?