Nederlandse senior heeft grootste scholingsachterstand
Ouderen die training volgen, werken langer door.
In Europa nemen ouderen minder deel aan scholing op het werk. Dat ligt zowel aan de werkgevers als de werknemers. In Nederland is de scholingsdeelname van ouderen nog kleiner dan in andere Europese landen. Dat blijkt uit een studie die de
Organisatie voor Strategisch Arbeidsmarktonderzoek (OSA) onlangs publiceerde. OSA is onderdeel van de
Universiteit van Tilburg.
Werkgevers, maar ook ouderen zelf, hebben niet zo veel zin om in de opleiding van oudere werknemers te investeren. Dat het ook anders kan, blijkt uit de praktijk in andere Europese landen als Denemarken, Finland en het Verenigd Koninkrijk. Daar heeft het beleid van levenslang leren echt voet aan de grond heeft gekregen. Dat is te merken aan het verschil in trainingsdeelname tussen jong en oud, dat daar significant kleiner is.
Ouderen die meer aan scholing doen op het werk, blijven langer aan het werk: oudere werknemers (50 plus) die geen training hebben gevolgd hebben een kans van 25 procent om uit te treden. Voor werknemers die wel scholing hebben gevolgd is deze kans 10 procentpunten lager. Voor Nederland lijken deze cijfers echter niet op te gaan.
Lager opgeleid
Ook is het opvallend dat training weinig effect heeft op de arbeidsdeelname van hoog opgeleide oudere werknemers. Training blijkt het meest effectief voor laag opgeleide oudere werknemers.