Ondanks afspraken die tot een betere kwaliteit van de kinderopvang moeten leiden, staan pedagogisch medewerkers nog steeds te lang alleen voor de groep. Dat blijkt uit een enquête van vakbond ABVAKABO FNV onder 740 medewerkers.

Bij toename van het aantal kinderen per pedagogisch medewerker, neemt de kwaliteit van de opvang af. Maar in de praktijk staan de medewerkers vooral `s ochtends en `s avonds alleen voor de groep. Ruim een kwart maakt zich dan ook zorgen of zij de veiligheid voor de kinderen dan nog kunnen garanderen.

Niet op volle sterkte
In het Convenant Kinderopvang staan afspraken over de kwaliteit voor kinderopvang. Zo bepaalt het convenant dat kinderopvangorganisaties die tien uur geopend zijn, hoogstens drie uren per dag minder medewerkers mogen inzetten dan volgens de beroepskracht-kindratio is vereist.

Alleen tussen half tien en half één ’s ochtends en tussen drie uur en half vijf ’s middags mogen er niet minder medewerkers worden ingezet. Tijdens deze uren moet de bemensing echt op volle sterkte zijn. Maar meer dan de helft van de ondervraagden staat tijdens de hierboven genoemde ‘verboden’ uren wel eens alleen. Er zijn zelfs gevallen bekend dat medewerkers vijf uur lang alleen staan.

Onvoldoende kwaliteit bieden
De pedagogisch medewerkers vinden dat ze onvoldoende tijd hebben voor ouders en kinderen als ze alleen staan (37,4 procent). Ruim 45 procent van de ondervraagden vindt bovendien dat ze tijdens de verboden uren in hun eentje onvoldoende kwaliteit kunnen bieden. Een kwart van de pedagogisch medewerkers heeft zorgen over de veiligheid van de kinderen.

Volgen Corrie van Brenk, bestuurder ABVAKABO FNV, wordt het `tijd dat de brancheorganisaties in de kinderopvang serieus werk gaan maken van de kwaliteitseisen. De leden die daar niet aan voldoen, moet de branche royeren`. De vakbond roept staatssecretaris Dijksma op om de regels aan te scherpen en strenger toe te zien op naleving.