Definitief einde levensloopregeling op 31 december 2021

Sinds 1 januari 2012 kunnen werknemers niet meer beginnen met sparen voor de levensloopregeling. Voor bestaande deelnemers geldt overgangsrecht, dat definitief eindigt per 31 december 2021.

De levensloopregeling was bedoeld om fiscaal gunstig te sparen voor een periode van onbetaald verlof of een sabbatical. Tijdens die verlofperiode kon dan het spaartegoed worden gebruikt. Banken en verzekeraars hebben daarvoor speciale rekeningen gemaakt, waarvan de rekeninghouder geld kon opnemen ná toestemming van de werkgever.

Doel van de regeling was om mensen lucht te geven tijdens hectische periodes, maar mensen spaarden vooral voor prepensioen.

Resterend levenslooptegoed eind 2021 uitbetaald
Werknemers die vóór 1 januari 2012 gestart zijn met levensloop sparen, konden dit blijven doen tot 31 oktober 2021. Werknemers die nog een spaartegoed hebben op de dag waarop zij de AOW-leeftijd bereiken of met ouderdoms- of prepensioen gaan, moeten over dat tegoed belasting betalen.

Wie op 1 november 2021 nog een levenslooptegoed had staan bij een bank, verzekeraar of beleggingsinstelling, krijgt dit voor het einde van 2021 uitgekeerd.

Belasting betalen over de uitkering
De financiële dienstverlener waar het levenslooptegoed staat, houdt loonbelasting in op de uitkering, maar houdt geen rekening met heffingskortingen. Werknemers moeten daarop zelf letten bij hun aangifte inkomstenbelasting 2021. Zij hoeven geen inkomensafhankelijke bijdrage Zvw te betalen.

MIS NIKS: Abonneer je op de gratis Personeelsnet-nieuwsbrief

Doorsturen:

Neem een abonnement en download 280 actuele HR-instrumenten

Wilt u als HR-professional ook niks meer missen op uw vakgebied?