Ziekteverzuim werknemers meer dan gehalveerd
Verzuim onder vrouwen daalt sneller.
In de afgelopen 25 jaar is het ziekteverzuim van Nederlandse werknemers meer dan gehalveerd, van 10 procent in 1980 naar ruim 4 procent in 2005. Vrouwen verzuimen nog steeds meer en vaker dan mannen, maar de laatste jaren daalt hun verzuim wel sneller dan van mannelijke collega’s.
Dat staat in het rapport
‘Beter aan het werk. Trendrapportage ziekteverzuim, arbeidsongeschiktheid en werkhervatting’ van het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP).
Het rapport beschrijft hoe de afgelopen 25 jaar veel onvruchtbare pogingen zijn gedaan om verzuim en arbeidsongeschiktheid het hoofd te bieden. Na heel wat geploeter, is juist de laatste jaren veel resultaat geboekt.
De regels zijn aangescherpt, werkgevers moeten meer verantwoordelijkheid nemen voor zieke werknemers, terwijl management en arbozorg professioneler zijn geworden. Het gevolg is dat het ziekteverzuim en de instroom in de WAO/WIA sterk zijn afgenomen.
Verzuim van 10 naar 4 procent
In 25 jaar tijd, daalde het ziekteverzuim van 10 procent in 1980 naar ruim 4 procent in 2005. Het verzuim van vrouwen daalde van 8,1 naar ongeveer 4,5 procent. Onder mannen was de daling minder spectaculair: van 5,1 naar ongeveer 4 procent.
Het
verzuimpercentage van mannen en vrouwen ligt nu dus heel dicht bij elkaar. De
verzuimfrequentie is onder vrouwen nog wel hoger, maar ook hier is het verschil tussen mannen en vrouwen afgenomen.
Werkgevers nemen verantwoordelijkheid
Pogingen om meer arbeidsgehandicapten aan het werk te krijgen, hebben averechts gewerkt. Er werken zelfs steeds minder arbeidsgehandicapten: 40 procent in 2005, tegen nog 44 procent in 2002.
Kennelijk pakken werkgevers de grotere verantwoordelijkheid voor hun eigen (ex-) werknemers goed op. Tegelijkertijd zijn ze terughoudender geworden met het aannemen van arbeidsgehandicapten ‘van buiten’, denkt het SCP.
Minder arbeidsongeschikten
In de laatste vijf jaar zijn veel minder werknemers arbeidsongeschiktheid geraakt. De instroom in de WAO/WIA daalde met tweederde: van 13 promille in 2001 naar 4,5 promille in 2006.
Onder mannen nam de instroom in de WAO af van 10,8 promille in 2001 naar 7,8 promille 2004. Onder vrouwen daalde dit aandeel in diezelfde periode van 16,8 naar 9,1 promille. Het aantal vrouwen dat vanwege psychische klachten arbeidsongeschikt werd verklaard, halveerde in drie jaar tijd van 20.000 in 2001 naar 10.000 in 2004.
Uit de WAO
Eénvijfde van de werknemers die in de WAO is beland, verlaat de regeling binnen een jaar: 15 procent vindt
ander werk, 2 procent krijgt een
andere uitkering (WW, Bijstand), 2 procent gaat met
pensioen of overlijdt en 1 procent
stopt helemaal met pogingen tot werken en 'trekt zich terug van de arbeidsmarkt’.
Binnen vijf tot zes jaar is ongeveer de helft van de uitkeringsgerechtigden minimaal één keer uit de WAO gestroomd. Circa 30 procent stroomt uit naar werk. Na het eerste jaar wordt de kans om uit de WAO te raken, wel steeds kleiner.