Voorbeeldige manager helpt beter dan regels
Vertrouwen op regels om fout gedrag te reguleren, heeft weinig zin. Voorbeeldgedrag van leidinggevenden en collega`s blijkt veel effectiever om gewenst gedrag te bevorderen.
Of regels helpen, hangt sterk af van de omgeving. Regels en verboden opleggen in een wanordelijke omgeving, hebben namelijk zelfs averechts effect. Dat blijkt uit onderzoek van psycholoog dr. Kees Keizer, die op 14 oktober promoveerde aan de
Rijksuniversiteit Groningen. Hoop is er wel: niet alleen wanorde is aanstekelijk, maar orde ook.
Beleid dat gericht is op het terugdringen van normovertredend gedrag, vertrouwt grotendeels op de afschrikkende werking van sancties. Maar bij het bepalen van hun gedrag, kijken mensen ook of anderen de regels wel respecteren. Als ze zien dat anderen de regels overtreden, zet dat aan tot normovertredend gedrag.
Verbodsborden werken averechts
Het aantal mensen dat een envelop met geld steelt, verdubbelt als er graffiti of rommel in de omgeving is, blijkt uit onderzoek. Zo leidt één normovertreding tot een andere. Dit effect wordt versterkt als de normovertreder veel status heeft, zoals een directeur die het niet zo nauw neemt met de regels. Het is dus essentieel dat leidinggevenden zelf voorbeeldgedrag vertonen.
Regels en verboden neerhangen op plaatsen waar veel mensen zich niet aan deze regels houden, werken averechts. Dat komt omdat dit het normovertredend gedrag juist meer onder de aandacht brengt. Het plaatsen van een bord ‘geen rommel op straat gooien’ in een omgeving met zwerfvuil, zorgt daardoor niet alleen voor meer zwerfvuil, het zet zelfs aan tot meer ander normovertredend gedrag.
Laat gewenst gedrag zien
Wat voor wanorde geldt, geldt ook voor orde. Zo blijkt het aantal mensen dat iemand helpt die boodschappen laat vallen, bijna te verdubbelen als zij daarvóór iemand de stoep hadden zien vegen. Het laat niet alleen zien dat één persoon een positief effect kan hebben, maar biedt tevens mogelijkheden voor beleid.
Zo is het misschien beter om de schoonmaakploeg niet meer na werktijd door het gebouw te sturen, maar juist tijdens werkuren. Verder moet bij het formuleren van beleid de nadruk vooral worden gelegd op het gewenste gedrag, in plaats van het foute gedrag.