Regels staan doorwerken na pensioen in de weg
Werkgevers in het personenvervoer willen graag werknemers na hun pensioen behouden voor de zaak, maar de huidige wetgeving maakt dat te moeilijk. VNO-NCW wil dat de politiek in actie komt.
Minister Kamp moet het vrijwillig doorwerken na de penioenleeftijd snel aantrekkelijker maken, vindt werkgeversorganisatie VNO-NCW. Want werkgevers die hun personeel vast willen houden na hun pensioen lopen nu tegen te veel problemen op.
Apart regime voor doorwerkers
Als werkgevers én werknemers samen met elkaar door willen, na de AOW-gerechtigde leeftijd (nu nog 65 jaar), dan moet hen dat makkelijker worden gemaakt. VNO-NCW en het
Koninklijk Nederlands Vervoer pleiten daarom voor een apart arbeidsrechtelijk regime voor deze groep.
AOW-gerechtigden moeten niet meer onder de sociale zekerheidsrechten en bijbehorende verplichtingen vallen. Deze groep hoeft zich immers niet meer beschikbaar te zijn voor de arbeidsmarkt, betogen de werkgeversorganisaties.
De werkgevers pleiten er ook voor dat het recht op loondoorbetaling bij ziekte wordt verkort. Verder moeten werkgevers en werknemers een onbeperkt aantal tijdelijke contracten kunnen aangaan, met een korte opzegtermijn, zonder dat dit leidt tot een contract voor onbepaalde tijd.
Tweezijdige vrijwilligheid
Minister Kamp komt nog met een wetsvoorstel over de arbeidsrechtelijke regels voor (door)werken na de AOW-gerechtigde leeftijd. Voor VNO-NCW blijft het uitgangspunt dat de AOW-gerechtigde leeftijd het `natuurlijke` moment is om de reguliere arbeidsovereenkomst te beëindigen. Nu is die leeftijd nog 65 jaar, vanaf 2020 wordt dit verhoogd naar 66 jaar.
Daarna kan er via nieuw te maken afspraken, op basis van tweezijdige vrijwilligheid sprake zijn van doorwerken, al dan niet in dezelfde functie, vinden de werkgevers.