Omslag(je) op krappe arbeidsmarkt: minder handel, minder vacatures en meer werklozen

De spanning op de arbeidsmarkt neemt iets af, nu een omslagpunt is bereikt: na 7 kwartalen meldt het CBS dat de economie iets krimpt, dat meer mensen werkloos zijn geworden en dat werkgevers voorzichtiger zijn met het openstellen van vacatures. Vooral in de Handel, Horeca, Industrie en Zakelijke dienstverlening zijn nu minder vacatures. Dat cijfer wordt onderstreept door Nederlandse inkoopmanagers die een neergaande trend rapporteren. Werkgevers doen ook minder beroep op uitzendkrachten, want het aantal uitzenduren neemt opvallend af. Maar het is te vroeg voor werkgevers met vacatures om opgelucht adem te halen, want in veel sectoren is de arbeidsmarkt nog heel krap te noemen, omdat er nog steeds banen bij komen. Werkgevers zouden daarvoor eens moeten kijken naar hun deeltijdwerkers, want meer dan een half miljoen van hen zou graag urenuitbreiding willen krijgen.

Dat de arbeidsmarkt nog steeds krap is, illustreren de recente arbeidsmarktcijfers van het CBS. Want tegenover elke 100 werklozen staan nog steeds veel meer vacatures, namelijk 121. Verder zijn er 59 duizend banen bijgekomen en strooien werkgevers met vaste contracten: werknemers met een flexibel contract krijgen nu vaker een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd aangeboden. Maar er zijn nog steeds 2,7 miljoen mensen met tijdelijk werk in ons land.
Voor een oplossing van de arbeidskrapte, zouden werkgevers nu beter beroep kunnen doen op onbenut arbeidspotentieel, waarbij er vooral kansen liggen bij het aandeel deeltijdwerkers dat meer wil werken.

Nederlandse economie krimpt licht met 0,2 procent
Op grond van voorlopige cijfers, berekent het CBS ook dat het bruto binnenlands product (bbp) in het derde kwartaal van 2022 met 0,2 procent is gedaald ten opzichte van het tweede kwartaal. De daling komt vooral doordat er minder investeringen zijn in de bouw van woningen, (spoor-)wegen en andere infrastructuur. Gezien de stikstofproblemen, ziet het er niet naar uit dat deze investeringen weer snel zullen toenemen. De daling komt ook omdat de overheid iets minder geld uitgaf in het derde kwartaal. De krimp komt vooral op het conto van de Financiële dienstverlening, de Handel, Vervoer, Horeca en de Bouwnijverheid, terwijl de Zakelijke dienstverlening de meest positieve bijdrage leverde.

Huishoudens gaven juist meer uit (ook door de inflatie) en droegen daardoor bij aan de groei van de economie. Verder nam de in- en export van goederen en diensten toe. Maar het betreft hier vooral de doorvoer van goederen en diensten, want de export van écht Nederlands product nam een procent af. Om de lichte krimp van de economie in perspectief te zetten, is het goed om te realiseren dat de economie nu wel 3 procent groter is dan in het zelfde kwartaal van 2021.

Minder groei, minder handel, minder personeel nodig
In de meeste bedrijfstakken waren er minder vacatures, maar toch wel het meest in de handelssector. Daar stonden eind september nog 92 duizend vacatures open en dat zijn er 8 duizend minder dan in het tweede kwartaal. Toen kwamen er daar nog 10 duizend vacatures bij. Ook in de horeca zette de krimp van vorig kwartaal door, met een afname van 4 duizend naar 36 duizend vacatures.

openstaande-vacatures 3e kw 2022.png

Dat de groei lijkt te vertragen, merken ze het eerst in de uitzendbranche die fungeert als de spreekwoordelijke kanarie in de kolenmijn. Bedrijven bellen minder naar het uitzendbureau om plotselinge personeelstekorten aan te vullen. Daardoor hadden de uitzendbureaus in het derde kwartaal 14 duizend banen minder dan in het voorgaande kwartaal, een daling van 1,8 procent. Daarmee zet de daling in het eerste kwartaal van 2022 in de uitzendbranche verder door (toen -1,1 procent).

Industrie zag minder vraag, maar leeft weer op
Vooral in sectoren als de Handel en Industrie zijn nu dus minder vacatures dan in het tweede kwartaal van 2022. Dat past in een neergaande trend die merkbaar is in de Nederlandse industrie, waar de vraag naar producten snel daalt en de productie wordt teruggeschroefd. De Nevi Inkoopmanagersindex is dan ook verder gedaald, van 49.0 in september naar 47.9 in oktober 2022. Als dit cijfer onder de vijftig komt, is er sprake van krimp.

De krimp in de industrie komt voor een deel omdat er na de coronacrisis eerst sprake was van inhaalgroei en daarna een tekort aan van alles ontstond, ook omdat de distributie helemaal van slag was. Inmiddels noteert de industrie weer meer orders voor investeringsgoederen, wat erop wijst dat daar meer groei komt als materiaaltekorten verder afnemen. De Nederlandse industrie heeft weliswaar te lijden onder hoge energieprijzen, maar er zijn relatief weinig bedrijfssluitingen of faillissementen. De bodem van de index is in zicht: in oktober groeide de werkgelegenheid alweer in de industrie, ‘een duidelijk teken van vertrouwen’, stelt Albert Jan Swart, sectoreconoom industrie bij ABN AMRO.

Maar er is ook groei en meer vraag naar personeel
In de zorg nam het aantal vacatures verder toe, ook omdat de uitstroom van personeel daar hoog blijft. Er stonden daar 68 duizend vacatures open, 3 duizend meer dan een kwartaal eerder. Ook in de Vervoer en opslag, het Onderwijs en de Overheid kwamen er vacatures bij.

Een vreemde paradox is dat het aantal vacatures in een sector soms afneemt, maar in betrokken branches toch nog banengroei ontstaat. Zo melden de Handel, Vervoer en Horeca toch nog een banengroei van 23 duizend. Andere bedrijfstakken met meer banen waren de Zakelijke dienstverlening (uitgezonderd de uitzendbureaus), de Bouw en Industrie.

Werkgevers kunnen meer onbenut arbeidspotentieel aanboren
Een signaal dat de arbeidsmarkt krap is, blijkt ook aan de afname van het aantal langdurig werklozen met 4 duizend. Nog maar een vijfde van alle werklozen zit nu nog langer dan een jaar zonder werk. Deze groep komt beter aan het werk doordat werkgevers het onbenut arbeidspotentieel aanboren. Het CBS brengt die groep in het onderstaande schema helder in beeld. Afgaande op de cijfers alleen, lijkt het personeelstekort relatief eenvoudig op te lossen door deeltijders meer uren te laten werken. In de praktijk is dat kennelijk nog niet zo eenvoudig.

Onbenut arbeidspotentieel.png

Het onbenut arbeidspotentieel bestaat uit vier deelgroepen:

  • 372 duizend werklozen;
  • 188 duizend mensen die direct beschikbaar zijn voor werk, maar niet hebben gezocht;
  • 107 duizend mensen die niet beschikbaar zijn, maar wel hebben gezocht;
  • 521 duizend(!) onderbenutte deeltijdwerkers die nu al wel werken, maar graag uitbreiding van hun uren wensen en direct beschikbaar zijn.

Het onbenut arbeidspotentieel is in het derde kwartaal van 2022 groter geworden door 45 duizend meer werklozen en 27 duizend extra onderbenutte deeltijdwerkers. Ook het aantal personen dat direct beschikbaar is voor werk, maar niet heeft gezocht, nam licht toe (+3 duizend). Het aantal personen dat gezocht heeft naar werk, maar hiervoor niet direct beschikbaar was nam daarentegen licht af (-7 duizend).

MIS NIKS: Abonneer je op de gratis Personeelsnet-nieuwsbrief

Doorsturen:

Neem een abonnement en download 280 actuele HR-instrumenten

Wilt u als HR-professional ook niks meer missen op uw vakgebied?