Het lijkt zo lekker efficiënt om tegelijk allerlei taken af te handelen. Maar ons werkgeheugen kan slechts één element tegelijk onthouden. Zodra de taken te moeilijk worden, gaat multitasken daarom juist langzamer.
Wanneer we ons brein hard aan het werk zetten en we meer elementen tegelijk moet onthouden, slaan we die op in ons langetermijngeheugen. Als we die informatie vervolgens moeten terughalen, kost dat meer tijd en leidt het tot meer fouten.
Dat concludeert Jelmer Borst, die 20 april 2012 promoveert aan de Rijksuniversiteit Groningen met zijn onderzoek naar multitasken. Borst (Oenkerk, 1983) studeerde Kunstmatige Intelligentie aan de Rijksuniversiteit Groningen. Momenteel is hij als postdoc werkzaam aan Carnegie Mellon University in Pittsburgh, VS.
Alleen wisselen tussen eenvoudige taken
Al eerder was bekend dat multitasken goed gaat, zolang voor de verschillende taken niet dezelfde hersengebieden nodig zijn. Borst onderzocht hoe ons geheugen omgaat met verschillende taken. Hij liet proefpersonen steeds schakelen tussen twee taken. Ze moesten bijvoorbeeld twee grote getallen bij elkaar optellen en tussendoor - met telkens onderbrekingen- een woord van tien letters intypen, zonder dat dit op een scherm zichtbaar was.
Soms was het afwisselen van die taken eenvoudig: proefpersonen moesten dan maximaal één element onthouden. Andere keren was de afwisseling van taken minder eenvoudig: proefpersonen moesten in dat geval tegelijkertijd verschillende elementen onthouden. En tijdens multitasken gaat het juist om het uitvoeren van ingewikkelder taken, met verschillende elementen.
Bij moeilijker taken gaat multitasken langzamer
Borst zag dat proefpersonen bij die complexe taken langzamer waren en meer fouten maakten. Hij ontwikkelde een computermodel waarmee hij kan voorspellen welke taken wel goed gaan en welke delen van de hersenen erbij betrokken zijn. Toen hij zijn voorspellingen testte met een functionele MRI-scan, bleken die verrassend goed te kloppen.
Borst laat daarmee zien dat multitasken alleen efficiënt kan zijn, zolang er niet meerdere elementen tegelijk onthouden hoeven ten worden.
Wanneer kun je multitasken?
De promotor van Jelmer Borst, professor Niels Taatgen, gaat op basis van de bevindingen aan de slag met een vervolgonderzoek naar de vraag: hoe maken mensen keuzes in multitasken en wanneer is een keuze wel of niet goed?
Een antwoord op deze vraag kan helpen om manieren te bedenken om mensen betere keuzes te laten maken, denkt Taatgen. De werkomgeving kan zo worden ingericht dat mensen op de juiste momenten besluiten om hun e-mail te lezen, of juist toegankelijk te zijn voor onderbrekingen door collega's.