De instroom in de Wajong is, met 17 duizend personen per jaar, verdubbeld ten opzichte van 10 jaar geleden. De toename komt vooral doordat gemeenten mensen die vroeger in de bijstand zaten, de Wajong insturen.
De toename van de instroom komt bijna volledig voor rekening van jongeren met een ontwikkelingsstoornis. Bij ongewijzigd beleid verdubbelt het aantal Wajongers de komende dertig jaar en dreigen de kosten van de regeling uit de hand te lopen. Dat concludeert het Centraal Planbureau (CPB) in de CPB Policy Brief `Van Bijstand naar Wajong`.
Verdubbeling Wajong dreigt
De Wajong is een volksverzekering die jonge mensen die door ziekte niet zelfstandig de kost kunnen verdienen, verzekert van een minimuminkomen. De Wajong bevat nu ongeveer 200.000 personen. Bij ongewijzigd beleid verdubbelt dit aantal in de komende dertig jaar.
De groei van de Wajong-instroom komt praktisch geheel voor rekening van jongeren met een ontwikkelingsstoornis, waaronder ADHD en PDD-NOS. De instroom van Wajongers met andere aandoeningen is in de afgelopen tien jaar ongeveer gelijk gebleven.
Wet Werk en Bijstand
De toename van de Wajong-instroom hangt nauw samen met de toen ingevoerde Wet Werk en Bijstand. De uitvoering van de bijstand ging naar gemeenten, inclusief de vaststelling door de rijksoverheid van de gemeentelijke budgetten hiervoor. Gemeenten kregen een prikkel om zoveel mogelijk te besparen op de bijstand, omdat zij een eventueel overschot op het budget zelf mogen houden.
Dit beleid was succesvol in de zin dat het aantal bijstandsuitkeringen werd teruggedrongen. Maar een substantieel deel van de afname in de bijstand is bijgeschreven in de Wajong-registers, concludeert het CPB.
|