Hervorming gaat door: iedereen straks een grotere individuele pensioenpot
Na een jarenlange discussie over de houdbaarheid van onze pensioenen, is er een politieke meerderheid voor het nieuwe pensioenstelsel waarbij het collectieve pensioen wordt opgeknipt. Uiterlijk in 2027 heeft iedere pensioendeelnemer een individuele pensioenpot die meebeweegt met de beleggingsresultaten van het pensioenfonds. Pensioenfondsen hoeven straks geen grote bedragen achter de hand te houden voor toekomstige pensioenbeloftes. Dat geld komt dan vrij, waardoor de pensioenen ook nog eens omhoog kunnen gaan.
De hervorming van het pensioenstelsel kan doorgaan, nu oppositiepartijen PvdA en GroenLinks onder voorwaarden akkoord gaan. Minister Schouten (Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen) heeft toegezegd deze voorwaarden te accepteren, waardoor de gewijzigde Wet toekomst pensioenen binnenkort in stemming kan komen in de Eerste kamer.
Als de stemming daar nog plaatsvindt voor de komende verkiezingen voor de Provinciale Staten, is er hoogstwaarschijnlijk ook een kamermeerderheid in de Senaat voor het nieuwe pensioenstelsel. De wet is een uitwerking van het Pensioenakkoord van werkgevers, vakbonden en de overheid in 2019. HR-professionals en werkgevers moeten rekening houden met doorgaande wijzigingen in de komende jaren.
Voorwaarden oppositie voor steun pensioenstelsel
Oppositiepartijen PvdA en GroenLinks zullen instemmen met het nieuwe pensioenvoorstel onder drie voorwaarden:
- het aantal werkenden zonder pensioenregeling moet binnen vijf jaar halveren;
- de pensioenopbouw moet beginnen vanaf 18 jaar en niet pas vanaf 21 jaar zoals nu;
- uitzendkrachten gaan direct al pensioen opbouwen in de eerste acht weken en niet pas daarna.
In nieuw pensioenstelsel stijgen de pensioenuitkeringen
In aanloop naar de finale kamerbehandeling, is De Nederlandsche Bank (DNB) gevraagd om verschillende scenario’s nog eens door te rekenen.
Die doorrekening leverde een opvallende conclusie op: zelfs in de meest extreme scenario’s (bijvoorbeeld bij een zeer hoge inflatie, gecombineerd met een forse economische krimp) gaan bijna alle pensioenuitkeringen voor de pensioendeelnemers in het nieuwe pensioenstelsel omhoog.
Collectief pensioenkapitaal opknippen
Iedere deelnemer aan een pensioenfonds krijgt straks zijn/haar eigen pensioenpot die (vertraagd en stapsgewijs) stijgt en daalt met de beleggingsresultaten van het fonds. Daardoor hoeven pensioenfondsen geen grote sommen geld meer in kas te houden om pensioenbeloftes in de toekomst waar te maken. Ook hoeven ze geen geld meer te reserveren bij lage rentestanden, zoals de afgelopen jaren het geval was.
De gereserveerde bedragen kunnen worden toebedeeld aan de pensioenpotten van de deelnemers, waardoor pensioendeelnemers er gemiddeld op vooruit zullen gaan. Overigens zullen de fondsen wel geld moeten reserveren om een deel van de pensioendeelnemers te compenseren waarvoor de pensioenpot toch dreigt tegen te vallen na de splitsing van het pensioenkapitaal.
Kenmerken van het nieuwe pensioenstelsel |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|