Met een eigen bedrijf kun je lekker verdienen, maar het is niet altijd vetpot. Want bijna 81.000 zelfstandigen zitten onder de lage-inkomensgrens. En hun aantal blijft groeien.

Het aantal huishoudens met zelfstandigen met een laag inkomen is toegenomen van 79.970 in 2006 tot 80.910 in 2007, dat is 11 procent van de zelfstandigen. Opmerkelijk, want landelijk gezien daalde het percentage juist van 9 naar 8 procent, blijkt uit de Monitor Inkomens Ondernemers van onderzoeksbureau EIM.

De lage-inkomensgrenzen bedroegen in 2007 netto per maand: voor een alleenstaande 900 euro, voor een paar zonder kind 1.230 euro, voor een paar met 1 kind 1.500 euro en voor een eenoudergezin met 1 kind 1.190 euro.

Ervaren ondernemer met laag inkomen
Het aandeel lage inkomens is, opmerkelijk genoeg, afgenomen onder starters en juist toegenomen bij gevestigde ondernemers. Bij ervaren ondernemers is het toegenomen van 8 procent in 2006 tot 10 procent in 2007. Onder starters is het aandeel lage inkomens juist sterk afgenomen van 23 procent in 2006 tot 15 procent in 2007. Daarmee is het aandeel lage inkomens onder starters nog steeds bovengemiddeld.

Ook alleenstaande zelfstandigen met of zonder kinderen en niet-westerse allochtone zelfstandigen blijven tot de risicogroepen behoren. Onder deze groepen had bijna één op de vier zelfstandigen een laag inkomen in 2007.

Meer inkomensongelijkheid
In 2007 ging het nog heel erg goed met de economie. Het bedrijfsleven heeft daar ook volop van kunnen profiteren. Daardoor is het gemiddelde besteedbaar inkomen van zowel zelfstandigen als dat van directeuren-grootaandeelhouders in 2007 sterk toegenomen. Het inkomen van zelfstandigen is met 9 procent gestegen, terwijl onder bedrijfseigenaren het inkomen zelfs met een derde is toegenomen.

Omdat tegelijkertijd het aantal zelfstandigen met een zeer laag inkomen stabiel is gebleven, is de inkomensongelijkheid onder zelfstandigen toegenomen. Ook het hoge aantal starters heeft hieraan bijgedragen, aangezien zij een lager inkomen dan gemiddeld hebben.