Bedrijfsleven loopt risico door snijden in topfuncties
Nederlandse bedrijven besparen door topfuncties uit te dunnen. Maar volgens adviesbureau Hay Group, is `een beetje extra vet` juist beter. Want de beste bedrijven hebben een zware top met veel `executives`.
Ondanks de hogere kosten van topfuncties, is het aantal topmanagers in bedrijven de laatste jaren internationaal gestegen, merkt het wereldwijde organisatieadviesbureau
Hay Group in haar dagelijkse praktijk. Nederland vormt een uitzondering op die ontwikkeling.
Nederlandse bedrijven snijden in de top
Nederlandse organisaties hebben de laatste jaren het mes gezet in het personeelbestand. Om de recessie het hoofd te bieden is `lean` de doctrine geworden. Nederlandse nuchterheid, maar `geen reden geeft tot juichen`, aldus Alrik Boonstra, Director Organizational Effectiveness van Hay Group Nederland.
`Een
executive kost een werkgever gemiddeld 400.000 euro. Hierin snijden lijkt daardoor een aantrekkelijke manier van besparen, alleen is het effect maar van korte duur. Uiteindelijk loopt deze multinational het risico niet te kunnen inspelen op de voortdurend veranderende omgeving waarbinnen organisaties tegenwoordig actief zijn. Dan is goedkoop duurkoop geworden`.
Minder niveaus in organisaties
In de laatste twintig jaar, en hoofdzakelijk in de laatste twee jaar, is het aantal management- en coördinerende niveaus tussen uitvoerende medewerkers en afdelingsmanagers flink geslonken. Maar ongeacht de sector, hebben de best presterende organisaties juist meer `executives` in dienst en hebben dus een zware top.
Boonstra: `Dit is te verklaren omdat het bedrijfsleven een stuk complexer is dan voorheen. Zo zijn er nieuwe topfuncties ontstaan binnen disciplines, zoals
Risk, Corporate Affairs en
Compliance. Deze afdelingen werden eerst nog weggestopt in het middenmanagement. Organisaties zijn dus duidelijk veranderd en hebben behoefte aan meer functies aan de top` legt Boonstra uit.
Kleine top betekent risico lopen
Nederlandse multinationals hebben hebben weinig topmanagers, vergeleken met collega ondernemingen in het buitenland met vergelijkbare omvang in omzet en aantal medewerkers. Maar dat is wel een risico, want in organisaties die `tot op het bot zijn uitgekleed, kan het voor ‘executives’ moeilijk zijn om hun aandacht te richten op onverwachte gebeurtenissen, of moeten zij in een dergelijk geval hun dagelijks werk laten liggen`, aldus Boonstra.
Wanneer organisaties bereid zijn om `wat extra vet mee te dragen`, kan dit veel betekenen voor het creëren van uitdagende functies en mogelijkheden voor de leiders van morgen. Dus voor het handhaven van een hoog prestatieniveau en behoud van talent moeten Nederlandse multinationals kritischer naar de omvang en kwaliteit van hun executive-populatie kijken`, stelt Boonstra.