20% vindt doorwerken belangrijk voor p-bezetting

We worden wel ouder, maar zijn dan niet zo lang gezond.

Meer dan een vijfde (22 procent) van de werkgevers vindt dat doorwerken tot 65 jaar belangrijk is voor de personele bezetting. Een meerderheid neemt maatregelen om oudere werknemers te ontzien. Dit blijkt uit de resultaten van de eerste Werkgevers Enquête Arbeid (WEA) die eind 2008 - begin 2009 werd uitgevoerd door TNO in samenwerking met het Ministerie van SZW. Doorwerken is een belangrijk thema nu Nederlanders steeds ouder worden. Maar de gezonde laatste levensjaren nemen minder snel toe, meldt het CBS.

Vooral werkgevers in de non-profit sector en werkgevers van grote organisaties vinden doorwerken tot 65 jaar belangrijk. Werkgevers in de overheid en de bouw steken er bovenuit, gevolgd door industrie, onderwijs, vervoer en communicatie en de financiële instellingen. Doorwerken na het 65ste levensjaar wordt vooral door werkgevers in de financiële sector belangrijk gevonden.

Oudere werknemers ontzien
Iets meer dan de helft van de werkgevers in Nederland (52 procent) treft voorzieningen om langer doorwerken mogelijk te maken. Dat doen ze vooral door oudere werknemers te ontzien. Ruim 40 procent van de werkgevers geeft oudere werknemers extra vrije dagen. Iets meer dan een kwart van de werkgevers biedt de mogelijkheid om gebruik te maken van een deeltijd-VUT of deeltijdpensioen. Ook de kortere werkweek is relatief populair (24 procent).

Tien tot vijftien procent van de werkgevers heeft maatregelen genomen op het gebied van taakverlichting of - aanpassing, werktijdaanpassing, vrijstelling van onregelmatige diensten of van overwerk. Een teruggang in functie en/of salaris wordt vrijwel niet door de werkgevers genoemd als maatregel om werknemers langer door te laten werken. Ook het stimuleren van ouderen tot scholing of cursusdeelname wordt niet vaak genoemd.

11 gezonde levensjaren
Mannen en vrouwen worden steeds ouder. Maar lang niet iedereen brengt die extra levensjaren ook in een goede gezondheid door. Mannen die in 1990 65 jaar waren, hadden toen gemiddeld nog 14,7 levensjaren tegoed, waarvan 9,7 jaren in goede gezondheid. In 2007 is de levensverwachting toegenomen tot 17,4 jaren. Daarvan brengen zij nog 11,2 jaren door in een goede gezondheid.

Dat blijkt uit cijfers van het CBS. De levensverwachting is volgens het CBS daarmee meer toegenomen dan de gezonde levensverwachting.

Bij vrouwen van 65 jaar veranderde de gezonde levensverwachting zelfs helemaal niet, ondanks de toename van de levensverwachting met gemiddeld 1,5 jaar.

Hoger opgeleiden langer gezond
Het aantal jaren dat een 65-jarige nog in goede gezondheid doorbrengt, verschilt naar opleidingsniveau. Mannen met hoger onderwijs hebben een levensverwachting die gemiddeld 3,6 jaar hoger ligt dan van mannen met lager onderwijs. De gezonde levensverwachting ligt liefst 5,6 jaar hoger.

Bij vrouwen is het beeld vergelijkbaar en komen de verschillen in levensverwachting en gezonde levensverwachting tussen hoog- en laagopgeleiden uit op 3,2 respectievelijk 6,3 jaren.
Doorsturen:

Neem een abonnement en download 460 exclusieve vakartikelen en 311 actuele HR-instrumenten!

Wilt u als HR-professional ook niks meer missen op uw vakgebied?