Het was al bekend, maar blijkt nu ook uit concrete berekeningen: de jaarlijkse vakantiebijslag valt voor de meeste mensen lager uit. Mensen met het minimumloon en -opvallend genoeg- met 3x modaal gaan er niet op achteruit.
Dit blijkt uit berekeningen die HR- en salarisdienstverlener ADP uitvoerde op basis van de belastingtarieven, premies en heffingen van 2015.
Minder vakantiegeld voor hogere inkomens
De achteruitgang in vakantiegeld treft vooral de hogere inkomens: tweeënhalf keer modaal ontvangt door afbouw van de heffingskortingen 256 euro minder vakantiegeld; anderhalf keer modaal houdt netto 242 euro minder vakantiegeld over en twee keer modaal gaat met 204 euro minder op vakantie. Een modaal inkomen moet het met 59 euro minder doen. Mensen met een minimumloon gaan er niet op achteruit.
Om een lagere teruggave bij de belastingaangifte (het ‘deurmatmoment’) in 2016 te voorkomen, wordt er dit jaar bij de uitkering van bijzondere beloningen rekening gehouden met de afbouw van de heffingskortingen. Hierdoor blijft er netto ook minder over van het vakantiegeld.
Heffingskortingen inkomensafhankelijk
De heffingskortingen zijn een directe korting op de belasting die werknemers betalen. Sinds 1 januari 2014 zijn de arbeidskorting én de algemene heffingskorting inkomensafhankelijk. “Het inkomensafhankelijk maken van de heffingskorting is in feite een belastingverhoging, die op een andere manier wordt gepresenteerd,” stelt Dik van Leeuwerden, bij ADP verantwoordelijk voor de kennis over wet- en regelgeving op het gebied van HR en salarisverwerking.
Een werknemer met anderhalf keer een modaal inkomen (3.993 euro per maand) houdt netto 242 euro minder over van de vakantiebijslag. Deze inkomensgroep heeft namelijk te maken met zowel de afbouw van de algemene heffingskorting van 2,32% als met de afbouw van de arbeidskorting van 4%. Hierdoor wordt er geen 42%, maar 48,32% belasting ingehouden op bijzondere beloningen.
Soms toch nog belasting terugbetalen
Niet alle werknemers ontkomen aan het deurmatmoment. Sommige werkgevers maken bij de berekening van salarissen namelijk gebruik van de zogenoemde ‘voordeelregel’ voor de bijzondere beloningen. Deze beloningen, bijvoorbeeld vakantiebijslag, worden dan opgeteld bij het normale loon voor het berekenen van de loonbelasting.
Als de werkgever deze voordeelregel toepast, kan de netto achteruitgang van vakantiegeld voor nu minder zijn. De medewerker moet dit bedrag mogelijk alsnog via de inkomstenbelasting over 2015 terugbetalen.