Werknemers vinden zich beter in talen, dan ze werkelijk zijn
Aan zelfvertrouwen over talenkennis ontbreekt het niet.
De meeste medewerkers van Nederlandse organisaties overschatten hun beheersing van vreemde talen en zelfs van hun eigen moedertaal. Dat blijkt uit onderzoek van de Radboud Universiteit Nijmegen. Of het nu gaat om lager personeel of om leidinggevenden, acht op de tien onderzochte medewerkers zijn zwakker in hun talen dan ze zelf veronderstellen.
Nederlanders zijn gemiddeld erg tevreden over hun taalvaardigheid. Vergeleken bij andere Europeanen denken Nederlanders vaker dat ze goed zijn in bijvoorbeeld Engels en Duits, zo blijkt uit recente gegevens van de Europese Unie.
De afdeling Bedrijfscommunicatie van de Radboud Universiteit testte 293 medewerkers van Nederlandse organisaties op schrijf-, lees- en luistervaardigheid in het Engels, Duits, Frans of Nederlands. De toetsresultaten van de deelnemers aan het onderzoek werden vergeleken met het beeld dat ze zelf van hun taalvaardigheid hadden.
De Nederlanders die aan het onderzoek deelnamen, bleken hun eigen taalvaardigheid systematisch hoger in te schatten dan volgens de uitkomsten van de toetsen op zijn plaats zou zijn. Gemeten op een schaal van zes taalniveaus, kwamen ze bijna allemaal voor lezen, luisteren of schrijven een of twee niveaus lager uit dan ze zelf gedacht hadden.
Uit eerder onderzoek bleek dat de meeste Europeanen hun eigen prestaties op taaltoetsen niet te hoog, maar juist te laag inschatten. Hoe het specifiek met de Nederlanders zat, werd in dat onderzoek niet nagegaan.