Uitzendkrachten willen hetzelfde verdienen als hun vaste collega's. Ook willen ze dat doorbetaling van ziektedagen wordt opgenomen in de nieuwe cao. Maar het liefst willen ze een vast contract.
Dat zijn resultaten van de Nationale Uitzendkracht Enquête die de vakbond FNV Bondgenoten van half januari tot half februari hield. Op 14 maart starten de onderhandelingen voor de nieuwe cao voor uitzendkrachten.
Doorbetaling bij ziekte
Een belangrijke wens van uitzendkrachten is doorbetaling bij ziekte. Nu nog is de eerste ziektedag voor eigen rekening. Maar ‘uitzendkrachten willen hetzelfde behandeld worden als hun collega's met een vast contract. Die kunnen zich ziek melden, maar voor een uitzendkracht betekent ziek melden geen geld verdienen’, stelt Mariette Patijn, bestuurder FNV Bondgenoten.
‘Als je dan ook nog eens minder verdient dan je vaste collega, voel je je een tweederangs werknemer, terwijl je hetzelfde werk doet. Die oneerlijkheid, daar moeten we vanaf’.
Evenveel verdienen
Uit de enquête blijkt dat veel uitzendkrachten minder verdienen dan hun vaste collega's. Bijna 70% van de invullers zegt minder te verdienen. Het verschil zit volgens de respondenten bijvoorbeeld in het ontbreken van toeslagen, een 13e maand of andere bonussen.
Patijn: ‘Onze inzet voor de nieuwe cao wordt daarom: vanaf de eerste werkdag gelden voor uitzendkrachten dezelfde arbeidsvoorwaarden die de vaste krachten in een bedrijf hebben’.
Vast werk
De liefste wens van uitzendkrachten blijkt werkzekerheid. Zo wil 75% liever een contract voor onbepaalde tijd bij het bedrijf waar ze werken. Als dat niet kan, willen ze een vast contract bij het uitzendbureau (de zogeheten fase C). Slechts 3% van de uitzendkrachten stroomt naar deze fase door, blijkt uit onderzoek.
Uitzendkrachten willen een vast contract vanwege de inkomenszekerheid (52%) en baanzekerheid (30%). Over de kans op een dergelijk vast contract zijn uitzendkrachten behoorlijk pessimistisch: 64% denkt het nooit te krijgen.