De werkloosheid loopt de laatste maanden sterk op, maar toch krijgt het bedrijfsleven in Nederland tot 2020 te maken met fikse tekorten op de arbeidsmarkt. Dat komt doordat een miljoen ouderen met pensioen gaan en er minder jongeren zijn, die ook nog eens langer doorleren.

Volgens onderzoek van Panteia/EIM zullen vooral de bouwnijverheid, de transport, de zorg en de industrie veel moeite krijgen met het vinden van gekwalificeerd personeel in de komende jaren. Voor het totale bedrijfsleven gaat het om bijna 450 duizend banen, waarvan ongeveer 250 duizend in het MKB. Daar staat wel een overschot tegenover van 320 duizend werkzoekenden, vooral aan de onderkant van de arbeidsmarkt.

Een miljoen werkenden met pensioen
De werkgelegenheid in het bedrijfsleven zal in de periode tot 2020 beperkt toenemen. De grote groei zit vooral bij de zorgsector. De vraag naar arbeid komt dan ook hoofdzakelijk door vervanging van personeel dat de dienst verlaat. De vergrijzing speelt hierbij een belangrijke rol.

In de periode 2010-2020 zullen ongeveer 1 miljoen werkenden met pensioen gaan. Vooral in de landbouw, maar ook in de transportsector, de industrie en de zorg is het aandeel ouderen bovengemiddeld. In het MKB ligt het aandeel ouderen iets lager dan in het grootbedrijf en zodoende is de impact van de vergrijzing wat kleiner, maar nog steeds aanzienlijk.

Dubbele ontgroening
Aan de aanbodzijde is volgens de onderzoekers sprake van een ‘dubbele ontgroening’ . Enerzijds doordat er minder jongeren zijn. Anderzijds doordat jongeren gemiddeld langer doorleren.

Vooral het MKB is sterk afhankelijk van de instroom vanuit het onderwijs, terwijl binnen de beroepsopleidingen de keuze voor sommige opleidingen, zoals techniek, onder druk staat. Dat brengt extra zorgen voor werkgevers in de techniek. Een slecht imago en de ‘conjunctuurgevoeligheid’ van sectoren spelen hierbij een rol.