Met de Wet werk en zekerheid komt een einde aan de ontslagvergoeding op basis van de kantonrechtersformule. Iedereen die 2 jaar in dienst is, krijgt bij ontslag recht op een transitievergoeding.
Sinds 1 juli 2015 is het ontslagrecht ingrijpend aangepast. Vanaf die datum hebben werknemers onder bepaalde voorwaarden recht op een transitievergoeding. Dit recht hebben zij:
Hoogte transitievergoeding
De transitievergoeding is afhankelijk van de duur van een dienstverband.
De hoofdregel is: ⅓ maandsalaris per dienstjaar en ½ maandsalaris per dienstjaar dat men langer dan 10 jaar in dienst is geweest. De vergoeding was aan het begin maximaal 75.000 euro, of maximaal een jaarsalaris voor mensen die meer verdienen. Voor werknemers vanaf 50 jaar geldt een hogere opbouw.
In 2019 bedraagt de maximale transitievergoeding 81.000 euro.
Hier vindt u een rekentool van de Rijksoverheid waarmee u de hoogte van de transitievergoeding zelf kunt berekenen.
De transitievergoeding komt in de plaats van de kantonrechtersformule die de rechter toekende wanner het ontslag kennelijk onredelijk was. Vaak was de ontslagvergoeding via de kantonrechter aanzienlijk hoger, maar nu krijgen veel meer mensen een vergoeding bij ontslag, bijvoorbeeld ook als dit via het UWV verloopt.
Géén recht op transitievergoeding
In de volgende gevallen heeft de werknemer geen recht op een transitievergoeding: