Ongeveer zes op de tien bedrijven hebben nu, of in het verleden, een mbo-stagiair gehad. Ze doen dit vaak om jongeren een goede start op de arbeidsmarkt te bieden en om alvast in te spelen op toekomstige personeelstekorten. Zo groeien stages voor deze bedrijven uit tot een strategisch instrument voor werving, binding én vernieuwing.
De betrokkenheid van het bedrijfsleven bij de beroepspraktijk is groot: Nederland telt zo’n 250.000 erkende leerbedrijven, waar jongeren in de praktijk het vak leren. In een krappe arbeidsmarkt grijpen dan ook steeds meer bedrijven de stageperiode aan om nieuw talent te binden. Dat blijkt uit onderzoek naar mbo-stages van VNO-NCW en MKB-Nederland onder ruim 1.100 bedrijven, uitgevoerd in het kader van het Stagepact.
Stagiair als toekomstig collega
Ruim de helft van de ondervraagde bedrijven heeft ervaring met het begeleiden van stagiairs, en van de bedrijven die dat nog niet hebben, staat 40% daar inmiddels wel voor open. De motieven zijn helder: jongeren een kans geven én anticiperen op schaarste. Voor 74% van de werkgevers speelt arbeidsmarktkrapte een belangrijke rol bij de keuze om stagiairs aan te nemen. Veel bedrijven gebruiken stages om toekomstige medewerkers vroegtijdig te spotten en zelf op te leiden. En dat heeft effect: stagiairs blijven regelmatig ‘hangen’ als medewerker.
Daarnaast brengen stagiairs ook frisse inzichten mee. Vier op de tien bedrijven vinden het waardevol dat jongeren met een andere blik naar processen kijken, vragen stellen en nieuwe ideeën aandragen. Selectie gebeurt overigens zelden op basis van cv. Een persoonlijk gesprek is voor de meeste bedrijven doorslaggevend.
Vergoeding meestal tussen 200 en 500 euro
Het beeld dat stagiairs gratis werk verrichten, klopt niet met de praktijk. Volgens het onderzoek betaalt 84% van de stagebedrijven een vergoeding, meestal tussen de 200 en 500 euro per maand. Daarmee gaan veel bedrijven verder dan de afspraak in het Stagepact om minimaal de onkosten van de stagiair te dekken.
Soms is er verschil in beloning, bijvoorbeeld op basis van opleidingsniveau of ervaring. Maar stagiairs binnen hetzelfde bedrijf krijgen doorgaans hetzelfde bedrag. Een kleine groep werkgevers (rond de 10%) geeft geen vergoeding, vaak vanuit de overtuiging dat een stage primair bedoeld is om te leren of vanwege beperkte financiële ruimte.
Begeleiding kan beter
Hoewel de meeste bedrijven redelijk tevreden zijn over de begeleiding vanuit scholen, is er ook ruimte voor verbetering. Drie op de tien bedrijven vinden de begeleiding onvoldoende of zelfs slecht. De kritiek richt zich vooral op onduidelijkheid over leerdoelen en stageopdrachten, gebrekkige voorbereiding van studenten en een gebrek aan zichtbaarheid van de school tijdens de stageperiode.
Bedrijven hebben vooral behoefte aan duidelijke stageopdrachten (61%), regelmatig contact met de stagebegeleider (55%) en snelle actie bij problemen (40%). Volgens de afspraken in het Stagepact moeten scholen minimaal drie keer contact hebben met het leerbedrijf, waarvan ten minste één keer fysiek. Dat lukt in iets meer dan de helft van de gevallen.
Stagediscriminatie zelden gemeld, maar ook niet overal beleid
Een ander belangrijk aandachtspunt in het Stagepact is stagediscriminatie. Slechts een klein deel van de bedrijven (minder dan 10%) zegt hiermee te maken te hebben gehad. Toch heeft slechts vier op de tien bedrijven actief beleid om stagediscriminatie te voorkomen. Kleine bedrijven geven vaak aan daarvoor te weinig capaciteit te hebben.
Aandachtspunten over stages voor HR
Onderwerp |
Actie voor HR-professionals |
Stages als wervingskanaal |
Zet stages strategisch in om jong talent te binden en te laten doorgroeien. |
Goede stagebegeleiding |
Werk samen met scholen aan heldere opdrachten, realistische verwachtingen en regelmaat. |
Passende stagevergoeding |
Zorg voor een eerlijke vergoeding; dit draagt bij aan de aantrekkelijkheid als leerbedrijf. |
Diversiteit en inclusie |
Neem stagediscriminatie serieus en formuleer (ook als klein bedrijf) een actief beleid. |
Wisselwerking met scholen |
Investeer in structureel overleg met opleiders voor duurzame samenwerking. |