Oproepkracht 3 uur uitbetalen is al jaren verplicht

Een vonnis van het Gerechtshof in Leeuwarden dat een oproepkracht voor tenminste drie uur per oproep moet worden uitbetaald, zorgde voor veel publiciteit. Vreemd, want werkgevers zijn dit namelijk al jaren verplicht.

Vakbond FNV Bondgenoten is blij met een uitspraak van het Gerechtshof dat een oproepkracht onder voorwaarden minimaal drie uur salaris per oproep moet krijgen. De blijdschap is verklaarbaar, omdat deze kwam na een jarenlange juridische strijd tussen een taxichauffeuse en haar werkgever. De werkgever betaalde haar alleen de tijden die zij daadwerkelijk werkte, maar werd dus door het Hof op de vingers getikt.

Ophef over oude regel oproepkracht
De publiciteit die de uitspraak kreeg in kranten, maar ook in HR-vakmedia, wekt wel enige verbazing. Want de regel dat oproepkrachten met een klein baantje minimaal drie uur per oproep uitbetaald moeten krijgen, bestaat al jaren. Het enige nieuwe aan de zaak is dat nu een oproepkracht -met hulp van de vakbond- vastbesloten was haar recht te halen, waar de meesten het er maar bij laten zitten.

De regel dat ten minste drie uren uitbetaald moeten worden, of die nu daadwerkelijk gewerkt zijn of niet, staat al jaren in het Burgerlijk Wetboek (om precies te zijn in artikel 7:628 lid a). Daar is te lezen dat bij een arbeidsomvang van minder dan 15 uur per week, de werknemer voor iedere oproep van minder dan drie uur, toch recht heeft op het loon van drie uur arbeid. Ten overvloede staat er in de wet ook nog bij dat `van dit artikel niet ten nadele van de werknemer kan worden afgeweken`.

Voorwaarden drie uur uitbetaling oproepkracht
De uitspraak van het Hof bevestigt nog eens de voorwaarden waaronder de wet kan worden toegepast: de werknemer heeft een contract voor minder dan vijftien uur, is oproepkracht en heeft geen vast arbeidspatroon. Alleen in dat geval is de werkgever verplicht voor iedere oproep minimaal drie uur loon uit te betalen.

Wel stelt het Hof dat, als oproepen meteen in elkaars verlengde liggen er niet dubbel, maar doorgeteld moet worden. Stel dat bij de eerste oproep gewerkt wordt vanaf 08.00 uur, dan moet drie uur worden betaald tot 11.00 uur. Start de tweede oproep om 10.45 uur en loopt die door tot 12.00 uur, dan moet betaald worden van 08.00 tot 12.00 uur, dus vier uur. Als na de eerste periode van drie uur in elk geval vijftien minuten zit tot de volgende oproep, dan moet voor die volgende oproep wel weer minimaal drie uur loon worden uitbetaald.

Bescherming werknemers Wet Flex en Zekerheid
Bij de invoering van de Wet Flexibiliteit en Zekerheid op 14 mei 1998 is de rechtspositie van oproepkrachten beter beschermd. Dat gebeurde, omdat werkgevers veel meer ruimte kregen voor het afsluiten van flexibele arbeidsovereenkomsten. Met het instellen van de drie-urenregeling wilde de wetgever voorkomen dat werkgevers misbruik zouden maken van oproepkrachten door hen veelvuldig voor maar een uurtje op te roepen.

Met de Wet Flexibiliteit en Zekerheid is de rechtspositie van oproepkrachten daarom aldus beschermd:
• Een werknemer die over een periode van drie maanden wekelijks heeft gewerkt of meer dan 20 uur per maand, kan aanspraak maken op een arbeidsovereenkomst voor het aantal uren dat hij/zij gemiddeld in de afgelopen drie maanden heeft gewerkt.
• De oproepkracht krijgt minimaal drie uur betaald voor een oproep, ook als deze per oproep minder lang heeft gewerkt. Deze regel geldt als aan twee voorwaarden is voldaan: de oproepkracht heeft een arbeidsovereenkomst van 14 uur per week of minder, en de tijdstippen waarop moet worden gewerkt zijn niet vastgelegd of de omvang van het werk is niet eenduidig vastgelegd.


Praktische antwoorden op uw HRM-vragen

Met een abonnement op Tools en Extra's van Personeelsnet krijgt u ruim 200 actuele P&O-documenten, checklists en tools. Inclusief: gratis plaatsing van uw HR-dienst of P&O-vacature. Voor slechts 189 euro per jaar.
Doorsturen:

Neem een abonnement en download 280 actuele HR-instrumenten

Wilt u als HR-professional ook niks meer missen op uw vakgebied?