Meer werken loont niet voor laagste inkomens

Werknemers die tot 20 duizend euro per jaar verdienen, houden van elke verdiende euro ongeveer 65 cent over. Alle inkomensgroepen daarboven, krijgen ongeveer de helft in eigen hand. Dat maakt meer werken niet aantrekkelijk voor mensen met een laag inkomen.

Dit blijkt uit onderzoek van het Centraal planbureau (CPB) naar de marginale druk, ofwel: wat moeten werknemers afdragen aan belastingen en premies, verrekend met te ontvangen toeslagen.

Bij een lage marginale druk krijgen werknemers bij loonsverhoging meer zelf in handen. Dat geeft een sterke prikkel om meer te verdienen. Een hoge marginale druk verzwakt die prikkel juist.

Meer verdienen snel ongunstig
De marginale druk blijkt bij relatief lage inkomens al betrekkelijk hoog, vanwege de premies voor zorgverzekering en pensioen en doordat de toeslagen voor huur, zorg en kinderen lager zijn naarmate het huishoudinkomen toeneemt.

Dat vermindert de financiële prikkel om meer inkomen te verwerven, bijvoorbeeld door meer uren te werken of door een beter betaalde baan te krijgen vanwege scholing of promotie. Er is volgens het CPB dan ook sprake van `twee overheidsdoelen die met elkaar strijden: inkomensondersteuning voor lage inkomens tegenover het bevorderen van de arbeidsparticipatie`.

Weinig inzicht voor werknemers
Of het loont om meer te gaan verdienen, is voor de gemiddelde werknemer niet eenvoudig te bepalen. Door de invoering van nieuwe heffingskortingen en toeslagen is het belastingstelsel behoorlijk complex, stelt het CPB.
Doorsturen:

Neem een abonnement en download 460 exclusieve vakartikelen en 311 actuele HR-instrumenten!

Wilt u als HR-professional ook niks meer missen op uw vakgebied?