Nederland staat midden in economisch zware tijden, maar de uitgangpositie van ons land is wel positief. In 2012 krijgen we wel te maken met zware bezuinigingen die ons allemaal zullen raken. De regering doet een appèl op iedereen om samen te werken aan de toekomst.
Dat is de strekking van de troonrede die Koningin Beatrix uitsprak op Prinsjesdag, 20 september 2011. Het was de eerste troonrede die volledig onder verantwoordelijkheid van het kabinet Rutte is opgesteld.
Personeelsnet bericht over de punten die van belang zijn voor HR-professionals.
Economie en arbeidsmarkt hebben veerkracht getoond
De Koningin begon de troonrede met een interessante opmerking, die gezien kan worden als complimenten aan het economisch beleid van het vorige kabinet: `In de afgelopen jaren zijn ondanks de crisis massale werkloosheid en sterke toename van het aantal faillissementen voorkomen`, sprak de Koningin namens premier Rutte. `Onze economie en arbeidsmarkt hebben veerkracht laten zien. Daaruit mogen we vertrouwen putten voor de toekomst`.
Hoewel de uitgangspositie van Nederland positief is, eist het inzakken van de wereldhandel zijn tol: de economische groei zal volgend jaar lager zijn dan verwacht. Het kabinet gaat 18 miljard bezuinigen en dat zal iedereen gaan merken. Voor vrijwel iedereen daalt in het komend jaar de koopkracht. Tal van voorzieningen worden versoberd.
Nederland is afhankelijk van het buitenland
Het kabinet waarschuwt dat de internationale schuldencrisis ook onze economie kan raken. Nederland is een handelsland, en dat maakt ons land extra kwetsbaar. Om de welvaart zeker te stellen, richt de regering zich op `gezonde overheidsfinanciën en versterking van het economisch groeivermogen`.
`Het jaar dat voor ons ligt, wordt dan ook een jaar van ingrijpende bezuinigingsmaatregelen, die alle Nederlanders raken`, spreekt de Koningin uit. Maar de regering wil Nederland niet kapot bezuinigen en stelt daarom dat `een solide begroting hand in hand moet gaan met hervormingen die het groeivermogen van de Nederlandse economie versterken`.
Kracht in 16 miljoen mensen
De regering gelooft dat de kracht van Nederland zit `in de ruim 16 miljoen inwoners die ons land telt`. Inwoners en bedrijven krijgen van de regering daarom de ruimte, door een `kleine en krachtige overheid`, minder overheidsregels en eenvoudiger procedures. Dit moet de creativiteit en innovatie stimuleren, want het `terugdringen van bureaucratie biedt mensen in de publieke dienstverlening meer mogelijkheden hun vakmanschap te ontplooien`.
Er zijn al minder ministeries en het aantal rijksambtenaren gaat eveneens fors dalen. Gemeenten krijgen er taken bij, zoals de jeugdzorg en de regeling voor sociale werkplaatsen. Zo kan beter worden ingespeeld op individuele behoeften en wordt tegelijkertijd geld bespaard.
Het kabinet wil financiële zelfstandigheid en maatschappelijke betrokkenheid van Nederlanders stimuleren. Mensen die bijvoorbeeld door ziekte of beperking écht niet in staat zijn in hun eigen onderhoud te voorzien, worden wel ontzien. Mensen die frauderen met uitkeringen zullen strenger worden gestraft. Dat geldt ook voor bedrijven die zich niet houden aan de arboregels.
Pensioenen, arbeidsmarkt en sociale zekerheid
Het principe van `werk boven uitkering`, geldt ook voor dit kabinet. We leven langer, dus `is het logisch dat wij allen langer gaan werken`, vindt de regering. Daarom zal de regering een wetsvoorstel indienen voor de verhoging van de AOW-leeftijd en blijft daarnaast in gesprek met de sociale partners om `de samenhang tussen de AOW en de aanvullende pensioenen te bevorderen`.
De regering geeft gemeenten meer mogelijkheden om mensen aan het werk te krijgen in een reguliere baan en budgetten voor re-integratie effectiever in te zetten. Daarom worden de Wajong, de sociale werkplaatsen en de Wet Werk en Bijstand samengevoegd in één nieuwe regeling `Werken naar vermogen`. Voor jongeren die volledig en duurzaam arbeidsongeschikt zijn verklaard, verandert er niets. Dit geldt ook voor hen die met de zwaarste indicatie in een sociale werkplaats werken.
Beter onderwijs, ondernemerschap en onderzoek
De regering gaat ondernemerschap en wetenschap actief bij elkaar brengen in tien topsectoren, zoals de kennis op het terrein van water, energie en de hoogwaardige voedsel- en landbouwsector. Daarmee kunnen we een bijdrage leveren aan de oplossing van complexe vraagstukken zoals klimaatverandering en grondstoffenschaarste, en tegelijkertijd onze economie versterken, stelt het kabinet.
De kwaliteit van het onderwijs kan verder omhoog, door docenten en leerlingen te stimuleren zich te blijven ontwikkelen en tot hogere prestaties te komen. De eisen aan de opleiding van docenten worden aangescherpt; goed functioneren wordt extra beloond.
De regering maakt afspraken met universiteiten en hogescholen over `concentratie van opleidingen, het bevorderen van excellentie in onderzoek en een betere aansluiting op de arbeidsmarkt`. In het middelbaar beroepsonderwijs moet vakmanschap weer meer centraal staan.
|