Hoe houden we ons pensioen betaalbaar?
De droom van een gegarandeerd welvaartsvast pensioen is aan diggelen. Want om de kosten te dekken, moeten we een kwart tot de helft meer gaan sparen. Maar zijn werknemers en werkgevers wel bereid om nog meer premie af te staan, of moeten we de komende jaren genoegen nemen met een lagere pensioenuitkering?
Deze dillemma`s legt de
Commissie Goudswaard voor aan de politiek en de sociale partners. De commissie onderzocht de houdbaarheid van het Nederlandse pensioenstelsel in opdracht van minister Donner (SZW). De minister stelde de commissie in, nadat bleek dat de pensioenfondsen tijdens de afgelopen economische crisis lelijk onderuit gingen.
Naar 17% pensioenpremie
Nederland heeft een robuust pensioenstelsel, met een AOW-uitkering voor iedereen en daar bovenop nog aanvullende pensioenen voor werknemers die daarvoor zelf sparen (samen met de werkgevers).
Maar het pensioenstelsel kost ook veel geld. De kosten van de pensioenen zullen de komende jaren voor werknemers en werkgevers oplopen van 7 miljard naar 12 miljard euro. De pensioenpremies gaan dan van bijna 13 procent van de loonsom naar ruim 17 procent. En zelfs dan hebben we nog geen garantie dat de pensioenen waardevast blijven.
Nederlanders worden steeds ouder. Dat is prettig voor ons, maar tegelijkertijd een zware last voor pensioenfondsen die langer pensioenen moeten uitbetalen. Dat put de pensioenpotten extra uit.
Verder is in de afgelopen jaren gebleken dat de fondsen veel geld kunnen verdienen met beleggingen, maar dat kaptitaal ook net zo hard weer kunnen verliezen als de beurzen instorten. Maar stoppen met beleggen kan niet zo maar, want de aandelen zijn nodig om aan een beetje behoorlijk rendement te komen.
Keuzen: meer risico of minder pensioen
De commissie vindt dat we keuzen moeten maken: als we nog steeds een pensioen willen dat 70 procent van het laatstverdiende loon is op 65 jaar, moeten we veel meer premies inleggen en meer beleggingsrisico op de koop toenemen. Dat kan wel betekenen dat er bij schommelende koersen ook flinke verliezen worden geleden.
We kunnen ook onze pensioenverwachting bijstellen: later met pensioen gaan, met een lagere uitkering, maar wel met meer zekerheid dat die ook echt kan worden uitbetaald. Bijvoorbeeld door meer traditioneel te sparen en minder risico`s te lopen bij het beleggen.
Later, flexibeler, doorzichtiger
De commissie beschrijft enkele oplossingsrichtingen. Als we pensioen op latere leeftijd gaan uitbetalen (bijvoorbeeld pas vanaf 67 jaar, zoals het kabinet wil), kan dat de fondsen al wat lucht geven. Maar de commissie waarschuwt om toch vooral niet te wachten tot 2020 (de eerste verhoging van de AOW-leeftijd) om het pensioenstelsel te repareren.
Er lijkt nauwelijks ruimte om meer premie te heffen. Als we niet te veel risico willen lopen, moeten pensioenen een soberder opbouw krijgen en moeten ze beter passen bij de gestegen levensverwachting. Daarnaast moeten de risico’s beter worden verdeeld over werkgevers, werknemers en gepensioneerden.
Een andere mogelijkheid is om meer keuzen te geven aan de premiebetalers door flexibeler om te gaan met pensioenopbouw voor verschillende groepen gepensioneerden.
De commissie vindt verder dat de besluitvorming binnen de pensioenbesturen (van werkgevers en vakbonden) veel transparanter kan. Alle belanghebbenden moeten beter geïnformeerd worden over de beslissingen van de pensioenbesturen en de gevolgen daarvan voor de pensioenen. Ook moet duidelijker worden dat de pensioenuitkering geen zekerheid is, maar beter of slechter kan uitvallen, naargelang het behaalde rendement.
Problemen verdwijnen niet vanzelf
Minister Donner (SZW) wil dat werkgevers- en vakbonden snel aan de slag gaan om aanvullende pensioenen te hervormen. Want volgens de minister blijkt uit het dat rapport van de commissie dat problemen met pensioenen `niet vanzelf verdwijnen als aandelenmarkten herstellen`.
De minister onderschrijft het oordeel van de commissie dat we een goed pensioenstelsel hebben dat robuuster is gebleken dan menige andere stelsels. `Alleen: als we niets doen, hebben we een probleem. Als we wel wat doen, blijven we bij de beste`.
Meer helderheid nodig
De
Vereniging Bedrijfstakpensioenfondsen (VB) onderschrijft de conclusie dat pensioencontracten helderder, vollediger en toekomstbestendiger moeten.
VB steunt ook de conclusie dat er nauwelijks ruimte meer zit in de premie en dat dus langs de weg van óf het ambitieniveau óf de mate van zekerheid aan het pensioencontract moet worden gesleuteld.
Niet meer premies
Werkgeversorganisaties
MKB-Nederland en
VNO-NCW zijn het eens met de commissie Goudswaard dat de grens van de pensioenkosten in ons land is bereikt. Volgens de werkgevers kan het pensioenstelsel alleen stand houden als we de regelingen moderniseren, en aanvaarden dat de pensioenuitkeringen meer gaan afhangen van beleggingsresultaten.
De werkgevers vinden dat de pensioenkosten nú al op een erg hoog niveau liggen. De ondernemersorganisaties denken dat komende jaren op pensioengebied de broekriem moet worden aangehaald. Een waardevast pensioen kan geen garantie meer zijn, vinden ze.
Pensioenfonds moet solidair blijven
Vakcentrales
FNV en
CNV vinden dat de Commissie Goudswaard terecht de kernwaarden van ons pensioenstelsel roemt: collectief, solidair en verplicht. Maar de oplossingen die de commissie aandraagt, passen daar niet allemaal bij. De FNV vindt dat het risico van de pensioenen door de commissie wel erg gemakkelijk eenzijdig bij de werknemers wordt gelegd.
De vakcentrales kiezen voor maatwerk per fonds. Zo kunnen de kernwaarden van het stelsel overeind blijven, zoals het solidaire karakter. Daarbij moet zowel gekeken worden naar de ambitie, de zekerheid als naar de kosten.
Te somber
De commissie constateert dat de sociale partners afspraken moeten maken over rendementen en risico`s van de pensioenen. Volgens de FNV moet minister Donner de sociale partners dan wel de ruimte geven om zelf alle mogelijkheden af te wegen, zonder in te grijpen in de pensioenleeftijd.
Volgens het CNV is de commissie te somber in de berekeningen met welke prijsstijging de pensioenpremie gepaard gaat. Pensioenfondsen hebben namelijk de laagste kosten en behalen het hoogste rendement. Vergeleken met het buitenland, doet Nederland het niet slecht. Het is daarom zaak dat we verstandig en duurzaam blijven beleggen, want solidariteit is nog steeds de beste individuele keuze voor een pensioen, stelt het CNV.