Bij jonge Nederlandse professionals staat salaris niet in de top 5 van punten die een werkgever aantrekkelijk maken. Opleiding en een goede werk-privé balans, vinden zij belangrijker.
De jonge (30-min) werknemers doen momenteel wel concessies wanneer zij een baan accepteren, maar zodra de economie weer aantrekt kijken ze om zich heen naar een werkgever die beter aansluit bij hun wensen. Dat blijkt uit het onderzoek ‘Millennials at work’ van PwC onder 4000 jonge professionals uit 75 landen.
Carrière, pensioen en flexibel werken
De mogelijkheid om carrière te maken staat bij Nederlandse jonge professionals op de eerste plaats, net als wereldwijd het geval is. Op de tweede plaats staan in Nederland goede secundaire arbeidsvoorwaarden zoals pensioen, gevolgd door flexibel werken op plek drie.
Op plek vier staan goede opleidings- en ontwikkelingsmogelijkheden en op vijf staat de mogelijkheid om ook internationaal werkervaring op te kunnen doen. Een concurrerend salaris staat in Nederland pas op de zesde plaats bij de jonge professionals; wereldwijd staat deze wens op plaats twee.
Jonge professionals boeien en binden
PwC waarschuwt dat werkgevers hun best moeten doen om deze nieuwe generatie werknemers, die duidelijk focust op persoonlijke ontwikkeling, te boeien en te binden. `Deze groep wil 'snel' leren en zet ter ondersteuning daarbij het eigen sociale netwerk in. Voldoende flexibiliteit in de combinatie werken en leren 'on the job' is een centrale uitdaging`, aldus Gijs van Bussel, partner bij PwC en hoogleraar Executive Reward aan Nyenrode Business Universiteit.
Een kwart van de respondenten verwacht in hun leven voor zes of meer werkgevers te werken. Volgens PwC is een hoog verloop van jonge professionals daarmee een nieuwe realiteit. Vooral bij het plannen van in- en uitstroom, zullen bedrijven hiermee rekening moeten houden.
Ze zijn zo vertrokken
De jonge professionals houden rekening met de nieuwe economische realiteit. In Nederland geeft 65 procent aan dat ze voor hun huidige baan een compromis hebben gesloten, bijvoorbeeld op het gebied van salaris, locatie, secundaire voorwaarden of branche. Het gevaar is daarmee groter dat deze groep mensen sneller om zich heen zal kijken zodra de economie weer aantrekt.
Wereldwijd denkt 67 procent van de jonge professionals dat ze het beter zullen hebben dan hun ouders. In Nederland is dit 58 procent. Wereldwijd denkt 32 procent zelfs het véél beter te krijgen, maar in Nederland is dit percentage slechts 13 procent.