Bang zijn dat banen van Nederland naar China verdwijnen is onnodig, vindt minister Verhagen (EL&I). Verhagen wil juist meer Chinese investeringen, want die zorgen voor innovatie en werkgelegenheid in ons land.
Minister Verhagen is op handelsmissie in China, met in zijn gevolg 44 ondernemers die kansen ruiken in het immense land met meer dan een miljard consumenten. Maar China is niet alleen een mooie afzetmarkt; de mensenrechten en arbeidsomstandigheden blijven een punt van zorg.
Buitenlandse bedrijven zorgen voor innovatie
Minister Verhagen ziet Chinese investeerders liever komen dan gaan. Hij gaat dan ook samen met China investeringen in elkaars land promoten. Dat heeft Verhagen in Beijing met zijn Chinese collega Gao Hucheng afgesproken.
Volgens minister Verhagen zijn buitenlandse bedrijven gemiddeld: `productiever, winstgevender en innovatiever en zorgen ze voor werk en inkomen. Mijn zorg is daarom niet dat Chinese bedrijven in Nederland zouden investeren, maar dat zij dat te weinig doen`.
Meer arbeidsplaatsen
Bijna alle grote Nederlandse multinationals hebben een vestiging in China. Ook steeds meer MKB-bedrijven weten China te vinden. Nederland is de op één na grootste Europese investeerder in China.
Omgekeerd is dat nog lang niet zo. China is maar een bescheiden investeerder in Nederland: begin 2011 waren er een kleine 300 Chinese bedrijven in Nederland, die samen toch nog goed waren voor een investering van 600 miljoen euro en bijna 6 duizend arbeidsplaatsen.
Mensenrechten in China ook op agenda
Verhagen stelde tijdens zijn bezoek ook de mensenrechtensituatie aan de orde in een gesprek met vice-premier Hui Liangyu. In zijn reactie liet Liangyu weten het belang van mensenrechten te onderkennen. Hij gaf aan dat China in de afgelopen jaren weliswaar verbetering in de leefomstandigheden heeft bewerkstelligd, maar nog een lange weg te gaan heeft om de bescherming van mensenrechten qua wetgeving, naleving en handhaving vast te leggen.
Eerder sprak Verhagen met Mo Shaoping, de advocaat van onder andere Nobelprijswinnaar Liu Xiaobo, die een nog minder rooskleurig beeld schetste van de mensenrechtensituatie in het land.