AOW en pensioen gaan straks echt naar 67 jaar
Iedereen die op 1 januari 2010 jonger is dan 50 jaar, krijgt straks pas vanaf 67 jaar AOW en pensioen. Dat heeft het kabinet vandaag besloten. HR moet aan de bak, want werkgevers worden verplicht om werknemers duurzaam inzetbaar te houden. Dat wordt in de Arbowet vastgelegd.
Een `zware beroepenregeling` verplicht werkgevers om werknemers na 30 jaar te ontzien. En eerder met pensioen, blijft soms toch nog mogelijk.
Omdat werkgevers en werknemers er in de SER niet uitkwamen, heeft het kabinet zelf de knoop maar doorgehakt: de AOW-leeftijd gaat nu definitief naar 67 jaar. Dat gebeurt in twee stappen: in 2020 naar 66 jaar en in 2025 naar 67 jaar. Minister Donner en staatssecretaris Klijnsma van SZW hebben hierover een wetsvoorstel naar de Raad van State gestuurd voor advies. Totdat het advies er ligt, blijft de exacte inhoud van de wet nog geheim. De hoofdlijnen zijn al wel bekend gemaakt.
Het kabinet heeft haast met het optrekken van de AOW-leeftijd om de gevolgen van de vergrijzing en de stijgende levensverwachting op te vangen. Het moet allemaal zo snel, omdat de financiële reserves voor de vergrijzing door de crisis eerder op raken.
AOW in 2 stappen omhoog
- In 2020 gaat de AOW-leeftijd in een eerste stap omhoog van 65 naar 66 jaar en daarna in 2025 naar 67 jaar. De huidige 55-plussers krijgen dus nog gewoon met 65 jaar hun AOW, maar 50-plussers moeten tot hun 66e doorwerken. Wie op 1 januari 2010 jonger is dan 50 jaar, gaat pas vanaf 67 jaar met pensioen.
Fiscale maatregelen pensioen
- Het kabinet zal daarnaast (fiscale) maatregelen nemen om de aanvang het aanvullende (bedrijfs-)pensioen ook naar 67 jaar te tillen. Verder zal het kabinet alle wetten en regels laten uitpluizen op de gevolgen van de latere pensioendatum, en aanpassingen voorstellen. Ook wordt de mogelijkheid om fiscaal vriendelijk voor aanvullend pensioen te sparen aangepast aan de nieuwe AOW-leeftijd van 67 jaar.
Zware beroepenregeling
- Er komt een zware beroepenregeling. Mensen in zware beroepen moeten ook de twee jaar extra doorwerken, maar mogen maximaal 30 jaar in een zwaar beroep werken. Werkgevers moeten mensen in een zwaar beroep op tijd omscholen of een lichtere functie geven. Doen ze dat niet, dan moeten ze een boete betalen zodat deze mensen alsnog op hun 65e jaar met pensioen kunnen.
- Wat zware beroepen zijn, benoemt het kabinet niet. Het is in ieder geval werk dat je niet 40 jaar lang kunt doen `zonder uitzonderlijke slijtage`. Werkgevers en vakbonden moeten de komende tien jaar advies gaan geven over nou precies een zwaar beroep is en welke banen dat dan betreft.
Na 42 jaar eerder stoppen
- Werknemers die 42 jaar gewerkt hebben (minimaal drie dagen in de week) kunnen straks kiezen om vanaf hun 65e te stoppen. Zij krijgen dan ongeveer 8 procent minder AOW per jaar. Mensen met lagere inkomens worden hiervoor deels gecompenseerd met een aanvullende inkomensafhankelijke arbeidskorting. Hoe die er precies uit gaat zien, bekijkt het kabinet later.
Arbeidskorting en uitkering
- Er komt een nieuwe inkomensgerelateerde arbeidskorting voor oudere werknemers, die langer doorwerken moet stimuleren. Daardoor kunnen ook oudere werknemers met een lager salaris flexibeler met hun pensioenleeftijd omgaan. De arbeidskorting compenseert namelijk voor een deel de financiële nadelen van de flexibilisering.
- Voor mensen die op of na hun 65e geen recht meer hebben op WW of een vervolg-WGA-uitkering, komt er een nieuwe uitkering die rond het AOW-niveau ligt. Daarbij wordt niet gerekend met het eigen vermogen of het inkomen van de partner. Daardoor hoeven deze mensen hun huis niet op te eten voordat ze recht hebben op de AOW met hun 67e.
Duurzaam inzetbaarheidsbeleid
- Het bevorderen van de employability van werknemers wordt voortaan verplicht. Want werkgevers en werknemers moeten tijdens de eerste overgangstermijn van tien jaar een ‘duurzaam inzetbaarheidsbeleid’ gaan voeren. Daardoor moeten werknemers in goede gezondheid en in goede omstandigheden hun werk kunnen blijven doen tot 67 jaar.
- Onderdelen van het inzetbaarheidsbeleid zijn goede arbeidsomstandigheden, om- en bijscholing en loopbaanbeleid. Het kabinet wijzigt hiervoor Arbowet.