Het kabinet gaat 30 miljoen euro investeren in regionaal arbeidsmarktbeleid en nog eens 10 miljoen voor agressiebeleid en vernieuwing in de zorg. De komende jaren zijn 12 duizend mensen extra nodig in de zorgsector.
De zorgsector zal de komend jaren een groot beroep blijven doen op de arbeidsmarkt. Om te helpen 12 duizend extra mensen te vinden, gaat het kabinet de zorginstellingen daarbij ondersteunen. Daarom komt er geld voor beter arbeidsmarktbeleid, wordt ingezet op innovatie om zware arbeid te verlichten en wordt werk gemaakt van het bestrijden van agressie en geweld op het werk.
Strategisch arbeidsmarktbeleid voeren
Belangrijk onderdeel van het beleid is om de komende jaren het gezamenlijke regionale arbeidsmarktbeleid te ondersteunen. Daarvoor krijgt Regioplus (de landelijke koepel van de regionale werkgeversverbanden in de zorg) 30 miljoen euro.
Het geld zal onder meer worden gebruikt om in iedere regio zorginstellingen te stimuleren meer strategisch arbeidsmarktbeleid te voeren, meer mensen te werven en op te leiden voor de zorg (verzorgenden niveau 2 en 3 alsmede verplegenden), zorgpersoneel duurzaam in te zetten en netwerken op te zetten voor kennisoverdracht en uitwisseling van goede praktijken.
Agressie in de zorg tegengaan
Voor het terugdringen van agressie in de zorg is € 6 miljoen beschikbaar voor sociale partners om zorginstellingen te ondersteunen bij het implementeren van agressiebeleid. Ook vinden er jaarlijks diverse regionale bijeenkomsten plaats waarbij tal van goede voorbeelden worden gedeeld en instellingen van elkaar kunnen leren. Verder wordt een landelijk coördinatiepunt opgezet waar branchespecifieke kennis wordt verzameld en gedeeld.
Daders van agressie tegen zorgpersoneel worden strenger aangepakt. Een belangrijk aandachtspunt is het stimuleren van de aangiftebereidheid, ook door te communiceren dat beschermd aangifte doen in veel gevallen mogelijk is. Ook is het van belang de bereidheid te vergroten van werknemers om incidenten te melden en van werkgevers om aangifte te doen en schade te verhalen.
|