Vakbonden eisen minstens 3,5 procent meer loon in 2018

Na jaren van loonmatiging, moet het maar eens afgelopen zijn, vindt de vakbeweging. Bedrijven maken gezonde winsten en daar moeten hun werknemers ook van profiteren. Voorafgaand aan Prinsjesdag, stellen de vakbonden traditiegetrouw hun looneis vast. In 2018 moet er minimaal 3,5 procent meer loon bij.

De FNV, Nederlands grootste vakbond, zet komend cao-seizoen in op een minimale looneis van 3,5 procent. Mensen die weinig verdienen kunnen er zelfs tot 5 procent op vooruitgaan, doordat FNV tevens de eis stelt dat ieder minimaal 1000 euro erbij moet krijgen per jaar. Vakbond CNV is meestal iets gematigder met looneisen. Maar CNV vakmensen zet voor 2018 ook in op loonsverhogingen van 3 tot 4 procent per jaar of 10 procent voor drie jaar.

Inhaalslag maken
FNV-arbeidsvoorwaardencoördinator Zakaria Boufangacha stelt dat nu echt meer geïnvesteerd moet worden in werkenden. “Het gaat economisch goed en de overgrote meerderheid van de bedrijven verdient goed geld, dat echter steeds minder terecht komt bij de mensen. Wij willen daarom een inhaalslag maken, zodat werkenden eerlijker meeprofiteren.”

Volgens de FNV is de Nederlandse arbeidsmarkt in een race naar beneden beland. De concurrentie op de prijs voor arbeid is enorm en werkenden betalen de rekening. De lonen blijven achter bij de economische groei, terwijl bedrijfswinsten stijgen. Dat komt onder andere doordat werkgevers massaal kiezen voor flexers en zelfstandigen die vaak flink goedkoper zijn dan vaste werknemers. Daarom heeft FNV drie speerpunten in haar arbeidsvoorwaardenbeleid van komend jaar: meer loon, meer echte banen en een eerlijke verdeling van werk.

Cao voor iedereen
Opmerkelijk plan van de FNV is om de arbeidskosten voor mensen met onzeker werk hoger te maken. Dat moet leiden tot een betere afweging bij werkgevers:  vast voor structureel werk, flex voor piek en ziek, zzp voor zeer specifiek tijdelijk werk.

De FNV wil daarom dat de cao de standaard is voor alle werknemers die in een organisatie werken en dat werkgevers investeren in mensen, ongeacht hun contractvorm. En als werk structureel is, moet een vaste baan volgen.  

Solidaire loonvraag
Een loonvraag moet afgestemd worden op de sector of bedrijf. Daarom gaat CNV Vakmensen inzetten op een gerichte loonvraag op basis van wat kán in de onderneming, aldus voorzitter Piet Fortuin. Uitgangspunt is dat werknemers moeten mee profiteren van de winsten en de economische groei. “Het is tijd.”

In Het Financieele Dagblad (FD) stelde Fortuin wel dat in 2018 “de eisen voor loonsverhogingen van 3 tot 4 procent per jaar of 10 procent voor drie jaar zullen zijn''. Maar de bondsvoorzitter maakt ook duidelijk dat CNV vakmensen tegelijk nadruk blijft leggen op de persoonlijke ontwikkeling van werknemers. “Opleidingsopties gekoppeld aan opleidingsbudgetten maken de individuele werknemer sterker. Dat biedt de kans om dynamisch te blijven in deze tijd die om dynamische werknemers vraagt.”

MIS NIKS: Abonneer je op de gratis Personeelsnet-nieuwsbrief

 

Doorsturen:

Neem een abonnement en download meer dan 300 actuele HR-instrumenten

Wilt u als HR-professional ook niks meer missen op uw vakgebied?