Uitstel verplichte verzekering arbeidsongeschiktheid voor zzp’ers

Zzp’ers zijn de laatste tijd in rep en roer. Niet alleen gaat de Belastingdienst vanaf 2025 weer controleren op schijnzelfstandigheid, maar het kabinet zet ook de plannen door om zzp’ers verplicht te laten verzekeren voor arbeidsongeschiktheid. Maar de verplichte AOV loopt vertraging op, want het wetsvoorstel daarvoor blijkt totaal niet uitvoerbaar. De minister van SZW gaat de vormgeving van de AOV daarom aanpassen, waardoor het nieuwe wetsvoorstel er pas na de zomer van 2025 kan zijn. Invoering van de verplichte AOV is dan mogelijk pas na 2030.

Dat schrijft minister Eddy van Hijum in een brief aan de Tweede Kamer. De aanpassing komt na felle kritiek vanuit de samenleving, maar opmerkelijk genoeg ook van het UWV en de Belastingdienst.

Waarom een AOV voor zzp’ers?
Zelfstandigen die langdurig ziek worden, staan vaak voor ingrijpende financiële risico's. Zonder arbeidsongeschiktheidsverzekering kan een ziekteperiode leiden tot een forse inkomensdaling, omdat het werk niet of slechts deels kan worden voortgezet. Hoewel een deel van de zelfstandigen dit risico zelf opvangt met spaargeld of steun van een partner, blijft een grote groep onverzekerd. Sommigen zien geen noodzaak, anderen vinden de premies te hoog of worden uitgesloten door leeftijd of medische voorgeschiedenis.

Om zelfstandigen beter te beschermen en een gelijk speelveld te creëren met werknemers, werkt het kabinet aan de Wet basisverzekering arbeidsongeschiktheid zelfstandigen (Baz). Deze verplichte verzekering is bedoeld om zelfstandigen te beschermen tegen inkomensverlies bij langdurige ziekte en te voorkomen dat zij op bijstand zijn aangewezen, wat de samenleving uiteindelijk meer kost.

Kritiek en uitdagingen
Tijdens de internetconsultatie over het wetsvoorstel kwamen veel reacties binnen, waarvan een groot deel kritisch was. Bezwaren richten zich op het verplichte karakter, de hoogte van de premies en de wachttijden. Ook uitvoeringsorganisaties, zoals de Belastingdienst en het UWV, hebben zich erg kritisch uitgelaten. Zij noemen de regeling veel te complex en waarschuwen voor grote uitvoeringsproblemen:

  • Onzekerheid over inkomsten: De grondslag voor de premie zou moeten liggen in de "winst uit onderneming", maar dat maakt de premie- en verzekeringsplicht onvoorspelbaar. Zelfstandigen hebben wisselende winstcijfers per jaar, en soms zelfs verlies. Dat zou dan tot jaarlijks wisselende premies leiden, een ramp voor de overbelaste Belastingdienst. Bovendien wordt de winst pas jaren later definitief vastgesteld door de fiscus, wat vervolgens zou kunnen leiden tot navorderingen of terugbetalingen van premies.
  • Capaciteitsproblemen: Het UWV en de Belastingdienst kampen al met personeelstekorten, wat de uitvoering binnen afzienbare tijd moeilijk maakt. In een bijzin van de brief is te lezen dat de capaciteit van de Belastingdienst nu al schaars is, terwijl verwacht wordt dat 45% van de werknemers van de dienst met pensioen zal gaan voor 2028! Vanuit HR-perspectief lijkt dat op een regelrechte crisis voor de personeelsbezetting.
  • Complexiteit: Wisselende verzekeringsplichten, bijvoorbeeld door veranderingen in de ondernemersstatus, vergroten de administratieve druk. Want in de huidige arbeidsmarkt zijn werkenden soms in loondienst, dan weer een tijd aan het werk als zelfstandige en hebben tussendoor wellicht even geen betaald werk. Dat is enorm lastig is voor de premiebepaling, de uitvoering en eventuele uitkering van de AOV.

Vertraging en Europese gevolgen
De Belastingdienst geeft aan dat er geen inwerkingtredingsdatum kan worden vastgesteld, omdat het wetsvoorstel onuitvoerbaar is. Het UWV stelt bovendien dat invoering in elk geval niet kan voor 1 januari 2030. En als er geen wijziging komt van het (bredere) stelsel van arbeidsongeschiktheid, lukt het waarschijnlijk ook niet ná die datum.

Als het wetsvoorstel niet voor 2030 worden ingevoerd, heeft dat ook gevolgen voor Europese afspraken. Het kabinet riskeert een financiële korting van maximaal 1,2 miljard euro op Europese middelen als deze deadline niet worden gehaald. Dat komt omdat deze hervorming een voorwaarde was om geld te krijgen van het Europese Coronaherstelfonds. Minister Van Hijum is hierover in gesprek met de Europese Commissie en probeert uitstel of aanpassingen te bewerkstelligen.

Vervolgstappen: nieuw wetsvoorstel
Hoewel er aanpassingen nodig zijn, blijft het kabinet toch vasthouden aan de noodzaak van de verplichte AOV. Sociale partners, zelfstandigenorganisaties en uitvoerders blijven betrokken bij de uitwerking. De verwachting is dat een herzien wetsvoorstel op zijn vroegst eind 2025 wordt ingediend. De minister heeft daarbij meer oog voor de uitvoerbaarheid en betaalbaarheid. Ook moet de regeling begrijpelijk zijn.

WERKEN MET ZZP'ERS: Deze HR-tools wijzen de weg!

Doorsturen:

Neem een abonnement en download 445 exclusieve vakartikelen en 302 actuele HR-instrumenten!

Wilt u als HR-professional ook niks meer missen op uw vakgebied?