Onenigheid blijft over zware beroepen bij latere AOW
Omdat we straks later met pensioen gaan, moeten werkgevers van minister Donner veel meer uit de kast halen om mensen met een zwaar beroep `inzetbaar te houden`. Als ze dat niet doen, gaat het ze geld kosten. Maar vakbonden FNV en CNV hebben zware kritiek op zijn voorstellen en komen met alternatieven. Die wijst de minister op zijn beurt weer af.
De verhoging van de AOW-leeftijd kun je niet plompverloren invoeren, vindt de Tweede Kamer. Daarom heeft het parlement aan minister Donner (SZW) gevraagd om een lijst met maatregelen op te stellen die er voor moeten zorgen dat mensen ook echt langer door kunnen werken: het zogeheten `flankerend beleid` bij de verhoging van de AOW-leeftijd.
Duurzame inzetbaarheid zware beroepen
Kernpunt van het flankerend beleid is dat werkgevers en werknemers de wettelijke plicht krijgen om werknemers duurzaam inzetbaar te houden. Dat moet door de gezondheid van werknemers goed te volgen, te zorgen voor goede arbeidsomstandigheden en voor tijdige om- en bijscholing.
Mensen die dertig jaar een zwaar beroep uitoefenen, moeten van hun werkgever een aanbod krijgen voor minder belastend werk of begeleiding naar werk bij een ander bedrijf. Als de werkgever dat niet doet, moet hij de werknemer financieel compenseren met 140% van het jaarsalaris. Dit moet het mogelijk maken dat de werknemer toch op zijn 65e kan stoppen.
Definitie zware beroepen
Donner waagt zich ook aan een definitie van zware beroepen. Dat zijn volgens hem `beroepen die - als mensen ze langer dan 30 jaar uitvoeren- tot (ernstige) fysieke slijtage leiden die niet meer is terug te draaien`. Opvallend hieraan is dat Donner de categorie zware beroepen beperkt tot fysiek zwaar werk.
Werkgevers- en werknemersorganisaties in een sector kunnen beroepen voordragen als een zwaar beroep. Maar de regering neemt het uiteindelijke besluit of een beroep al dan niet wordt aangemerkt als `zwaar beroep`.
Eerder AOW-uitkering
Werknemers én zelfstandigen die 42 jaar substantieel (1225 uur per jaar) hebben gewerkt kunnen op hun 65e stoppen. Aanvankelijk gold dit alleen voor werknemers. Mensen die hiervan gebruikmaken krijgen wel een lagere uitkering.
Voorwaarde is dat zij niet in de situatie komen dat ze een beroep moeten doen op de bijstand. Er komt een nieuwe inkomensafhankelijke arbeidskorting om te zorgen dat ook mensen die lang hebben gewerkt en een laag inkomen hebben, op hun 65e kunnen stoppen.
Verder biedt het kabinet een overbrugging aan mensen die op latere leeftijd onverhoopt werkloos of gedeeltelijk arbeidsongeschikt raken en in de bijstand dreigen te komen. Deze komt ongeveer op AOW-niveau te liggen.
Mensen hoeven hun opgebouwde vermogen dan niet aan te spreken. Ook staat de uitkering los van inkomen of vermogen van hun partner.
Flankerend beleid is `drie keer niks`
Agnes Jongerius, voorzitter van vakbond FNV, vindt Donners flankerend AOW-beleid `drie keer niks`. De zware beroepenregeling vindt de bond `een lege huls` en de definitie van een zwaar beroep `te beperkt, want alleen voor fysiek zwaar werk`.
Het verdelen van werk in zware beroepen en niet-zware beroepen wordt gewoon over de schutting gegooid, stelt de bond. Werkgevers zijn niet gebaat bij het erkennen van zwaar werk, omdat dit hen geld kost. Ook laakt de vakcentrale het feit dat Donner zegt zware arbeid te willen terugdringen, maar tegelijkertijd bezig is de arboregels die zware beroepen aan banden leggen.
FNV: maak pensioenleeftijd afhankelijk van salaris
Vakbond FNV Bondgenoten stelt daarom voor om werknemers die minder dan 35.000 euro verdienen op hun 65e jaar AOW te geven. Onder die groep werknemers bevinden zich de meeste mensen met zware beroepen en een langdurig arbeidsverleden, stelt de bond.
Maar minister Donner wil dat zoveel mogelijk mensen gezond hun pensioen halen met 67 jaar, en wijst het plan van FNV Bondgenoten voor het bepalen van zware beroepen op basis van het salaris daarom af. De nadruk moet van de minister blijven liggen op omscholing van werknemers met zwaar werk.
CNV: voorstel zware beroepen is heilloze weg
‘Een heilloze weg en een Haagse constructie die ver van de werkelijkheid af staat`. Dat zegt waarnemend voorzitter Bert van Boggelen van vakbond CNV in een reactie over het flankerend beleid bij de verhoging van de AOW-leeftijd.
Het CNV denkt dat de definitie van zware beroepen eenvoudig is op te lossen door iedereen na 45 jaar werken een volledige AOW-uitkering toe te kennen. Dat voorkomt eindeloze, ondoorzichtige discussies en veel bureaucratie, denkt de bond.
Werknemers prikkelen om mensen gezond te houden
Het is goed dat er aandacht is voor werknemers die door hun werk verslijten. Het CNV wil daarom dat werkgevers meer investeren in mensen met een geestelijk of lichamelijk zwaar beroep.
Maar de wijze waarop minister Donner deze groepen wil ontzien is beperkt en onuitvoerbaar, aldus het CNV. Want, als het lijstje met zware beroepen kort is, zullen werkgevers zich niet verplicht voelen om mensen met `bijna` zware beroepen fit en gezond te houden.
Werkgevers worden pas geprikkeld als beroepen als zwaar worden aangemerkt en zullen pas dan investeren in hun werknemers en hun arbeidsomstandigheden verbeteren. Uiteindelijk is dat wat minister Donner wil, en het CNV ook. Het CNV wil daarom om de tafel met werkgevers om te spreken over zware beroepen, werkgelegenheid voor oudere werknemers en de pensioenen.