Vanaf 1 januari 2026 treedt de nieuwe cao voor uitzendkrachten in werking en dat maakt het inlenen van uitzendkrachten tot wel 10 procent duurder. Dit komt omdat uitzendkrachten voortaan recht hebben op gelijkwaardige arbeidsvoorwaarden als de werknemers bij de organisatie waar ze werken. Dat betekent dat flexwerk niet alleen duurder, maar ook administratief complexer wordt. De cao loopt vooruit op wetgeving waarbij vast werk weer de norm moet worden en flexwerk alleen nog wordt ingezet voor piek en ziek.
De nieuwe uitzend-cao van 2026 verandert hoe werkgevers en bureaus met flexibele arbeid moeten omgaan. Doordat uitzendkrachten voortaan gelijkwaardige arbeidsvoorwaarden krijgen als hun ‘collega’s’ die als werknemer werken, wordt de arbeidsmarkt eerlijker, maar ook duurder.
HR zal merken dat uitzendbureaus alles willen weten van de arbeidsvoorwaarden die gelden bij je organisatie. Daarbij is de cao het uitgangspunt, maar je moet ook alle aanvullende arbeidsvoorwaarden doorgeven, omdat uitzendkrachten daar ook recht op krijgen.
Gelijke beloning en arbeidsvoorwaarden
Tot nu toe geldt al de zogenoemde inlenersbeloning: het loon en enkele arbeidsvoorwaarden van de uitzendkracht moesten gelijk zijn aan die van werknemers bij de inlener. Maar vanaf 2026 gaat dat een flinke stap verder.
De nieuwe cao schrijft voor dat alle essentiële arbeidsvoorwaarden één-op-één worden overgenomen of gelijkwaardig moeten zijn. Dat gaat veel verder dan loon alleen. Bijvoorbeeld:
Forse stijging pensioenpremie
Het enige onderdeel uit het arbeidsvoorwaardenpakket dat niet volledig gelijk hoeft te zijn, is het pensioen. Maar ook daar verandert veel. Tot nu toe bouwen uitzendkrachten wel pensioen op, maar veel werd daarvoor niet ingelegd. Vanaf 2026 gaan de premies flink omhoog, zodat uitzendkrachten een solide pensioen kunnen opbouwen.
De pensioenpremie bij het pensioenfonds voor uitzendkrachten en gedetacheerden (StiPP) stijgt voor werkgevers van 8% naar 15,9%. Werknemers gaan vanaf de eerste werkdag 7,5% eigen bijdrage betalen. Maar als de inlener een hoger werkgeversdeel hanteert, moet dat verschil worden gecompenseerd aan de uitzendkracht. Daarmee krijgen flexwerkers een pensioen dat beter aansluit bij het vaste personeel – maar de kosten voor de uitlener en opdrachtgever lopen daarmee dus wel fors op.
Kostprijs stijgt met 5 tot 10 procent
Volgens de eerste berekeningen van adviesbureaus zoals FlexKnowledge stijgen de loonkosten per uitzendkracht met gemiddeld 5 tot 10 procent, terwijl toeslagen en overwerkvergoedingen met zo’n 15 procent toenemen.
De stijging komt niet alleen door hogere premies, maar ook door het verdwijnen van standaardpercentages voor reserveringen (vakantiedagen, feestdagen, kort verzuim). Deze moeten vanaf 2026 per opdrachtgever worden berekend, op basis van diens cao of arbeidsvoorwaardenregeling.
Een paar voorbeelden laten zien wat dat betekent:
|
Regeling bij inlener |
Netto werkbare dagen |
Vakantiereservering |
|
20 vakantiedagen, 6 feestdagen |
235 |
8,5% |
|
25 vakantiedagen, 6 feestdagen |
230 |
10,9% |
|
28 vakantiedagen, 9 feestdagen, 10 ADV |
214 |
13,1% |
Deze percentages worden de nieuwe basis voor de kostprijsberekening. Ook vakantiegeld over toeslagen en ploegendiensten moet voortaan worden doorbetaald – iets wat in de huidige cao nog niet hoeft.
Administratieve puzzel voor uitzendbureaus en HR
Door de nieuwe cao moeten uitzendbureaus een veel gedetailleerdere administratie gaan voeren. Daarbij moeten alle gegevens correct worden verwerkt op loonstroken en uitzendbevestigingen. Dat betekent meer werk voor backoffices, salarisadministraties en HR-systemen. Dat zal de prijs voor uitzendwerk waarschijnlijk ook doen stijgen. Uitzendbureaus moeten voor elke opdrachtgever precies vastleggen:
Ook HR en de salarisadministratie zullen gaan merken dat uitzendbureaus veel meer willen weten van de arbeidsvoorwaardenregelingen bij de organisatie. De bureaus moeten er immers voor zorgen dat zij de uitzendkracht gelijkwaardige arbeidsvoorwaarden bieden zoals die gelden voor de werknemers bij de opdrachtgever. Let op dat opdrachtgevers ketenaansprakelijk zijn voor de correcte betaling van uitzendkrachten; het doelbewust inschakelen van een uitzendbureau dat de regels ondermijnt, kan dus slecht uitpakken.
Flexwerk alleen nog voor piek en ziek
De overheid stuurt nadrukkelijk aan op duurder en beter beschermd tijdelijk werk.
De nieuwe cao sluit naadloos aan op de Wet Meer Zekerheid Flexwerkers, waarin uitzendarbeid en payrollwerk alleen nog wenselijk worden geacht bij tijdelijke pieken of vervanging bij ziekte. Structureel werk hoort in principe in een vast dienstverband thuis. De wet is (even) uitgesteld, maar de uitzend-cao houdt er al rekening mee en geldt dus wél vanaf 2026.
Voor opdrachtgevers betekent dat:
Voordelen uitzendwerk en verschil met payroll
Ondanks de hogere kostprijs voor uitzendkrachten, kan het inlenen voor opdrachtgevers toch aantrekkelijk blijven. Want uitzendwerk biedt de nodige flexibiliteit en ontzorgt werkgevers nog steeds bij werving en werkgeverschap. Ook biedt uitzendwerk meer mogelijkheden om een project tijdelijk te bemensen of om te experimenteren met nieuwe diensten of producten, zonder dat daarvoor meteen personeel moet worden aangenomen.
Als uitzendkrachten gelijkwaardige arbeidsvoorwaarden krijgen, lijkt de grenslijn met payroll te vervagen. Het verschil met payroll is dat payrollwerknemers recht hebben op exact dezelfde arbeidsvoorwaarden als de medewerkers van de opdrachtgever. Bij uitzenden gaat het vanaf 2026 om gelijkwaardige voorwaarden: het totaalpakket moet overeenkomen, maar hoeft dus niet identiek te zijn.
Ook het pensioen verschilt. Bij payroll is een adequaat pensioen verplicht, terwijl bij uitzenden de StiPP-regeling geldt, of eventueel de pensioenregeling van de opdrachtgever als die uitgebreider is. Neemt de uitzendkracht deel aan StiPP, dan telt dat pensioen mee bij de beoordeling of het totaal aan arbeidsvoorwaarden gelijkwaardig is.
Kansen voor goed werkgeverschap
De cao maakt uitzenden complexer en duurder, maar ook transparanter. Eerlijke beloning kan bijdragen aan een positiever imago, meer tevreden uitzendkrachten en minder discussies achteraf. Uitzendbureaus die hun processen goed op orde hebben, kunnen zich onderscheiden met kwaliteit en betrouwbaarheid.
|
Uitzendwerk 2026: Wat HR en werkgevers nu al kunnen doen |
|
|
|
|
|