Het bedrijfsleven wil nauw betrokken worden bij het hoger onderwijs, omdat de meeste afgestudeerden daar als werknemers aan de slag gaan. Alleen studies die aansluiten op de arbeidsmarkt, mogen van de werkgevers meer geld krijgen.

Het bedrijfsleven is de grootste afnemer van afgestudeerden uit het hoger onderwijs, schreven Bernard Wientjes (voorzitter VNO-NCW) en Michaël van Straalen (waarnemend voorzitter MKB-Nederland) afgelopen weekend in het Financieele Dagblad. Daarom moeten ondernemers nauw betrokken worden bij de vormgeving van het hoger onderwijs, vinden de werkgeversvoorzitters.

Opgeleukte studies zonder aansluiting op arbeidsmarkt
De ondernemingsorganisaties vinden de huidige situatie in het hoger onderwijs `niet te handhaven`. Het hoger onderwijs kost alsmaar meer geld, zonder dat er wordt gekeken naar de kwaliteit.

De studie-uitval is te hoog, de lesuren te laag, studies worden `opgeleukt` en instellingen lijken vooral, met succes, zo veel mogelijk studenten te willen binnenharken om deze met zelf vastgestelde diploma-eisen weer zo snel mogelijk naar de eindstreep te brengen. Maar daarmee wordt de aansluiting met het bedrijfsleven wel uit het oog verloren, stellen Wientjes en Van Straalen.

Opleidingen aansluiten bij negen topgebieden
De werkgeversvoorzitters stellen dat het hoger onderwijs op deze manier niet toekomstbestendig is. Nederland heeft er in het economische beleid voor gekozen zich te concentreren op negen topgebieden. Hoger onderwijs is hiervoor essentieel, benadrukken beide voorzitters. Daarom stellen zij dat er nu `forse veranderingen` moeten worden doorgevoerd.

Kern daarvan is dat opleidingen en onderzoek beter moeten aansluiten bij de behoefte van het bedrijfsleven en de negen topgebieden.

Geld voor opleiding afhankelijk van kwaliteit
Het bedrijfsleven wil dan ook een sterkere rol krijgen bij de vormgeving van het hoger onderwijs.

In de bekostiging van het hoger onderwijs, moeten kwaliteit en vooral de arbeidsmarktrelevantie voortaan veel belangrijker meewegen. Topgebieden kunnen eventueel extra worden bekostigd en het onderwijs moet streven naar excellentie, vinden Wientjes en Van Straalen.