Vrouwen werken nu nog te vaak in kleine deeltijdbanen.

De maatschappij moet een 'moreel appèl' doen op vrouwen in deeltijdbanen om meer te gaan werken. De dreigende vergrijzing rechtvaardigt een dergelijke oproep. Dat zegt FNV-voorzitter Agnes Jongerius in een interview met Trouw op 28 juni.

Om de overstap naar grotere deeltijdbanen mogelijk te maken moet er meer en goedkopere kinderopvang komen. Ook moeten vrouwen meer te zeggen krijgen over de momenten waarop ze moeten werken. Dat vrouwen nu vaak in kleine baantjes werken, komt doordat ze naast hun werk ook zorgtaken hebben, zoals de zorg voor de kinderen. Bovendien vinden werkgevers het vaak wel handig om vrouwen in kleine deeltijdbaantjes te houden.

'Met de vergrijzing die eraan komt kan dat niet meer' zegt Agnes Jongerius. De FNV-voorzitter wijst op de dreigende personeelstekorten op korte termijn in zorg en onderwijs. 'Wij hebben al die handen nodig aan het bed, die juffen nodig voor de klas. We zullen dus de vrouwen met een kleine deeltijdbaan moeten verleiden om daar meer uren aan vast te plakken. En dan op zo'n manier, dat je rekening houdt met wat ze daarnaast nog moeten doen.'

Beleidsmakers, werkgeversvoorzitters en vakbondsmensen zouden de vrouwen moeten oproepen om meer uren te gaan werken. Daar moet dan goede kinderopvang tegenover staan.

Nederland is kampioen deeltijd. Meer dan één op de drie werknemers werkt in deeltijd en dat aantal stijgt nog steeds. Bijna twee miljoen heeft een grotere deeltijdbaan tussen de 20 en 34 uur. Circa 60.000 werknemers hebben een kleine deeltijdbaan tussen 12 en 19 uur. Veel vrouwen werken ook minder dan 12 uur per week, maar dat wordt niet goed geregistreerd.