Werkgeverslasten stijgen in 2011 door zorg en pensioen

In 2011 krijgen werkgevers zwaardere lasten door een hogere zorgpremie, sectorpremie en de pensioenpremie. Werknemers krijgen meer nettoloon in 2011, maar hun koopkracht stijgt niet.

Het hogere nettoloon voor werknemers komt doordat ze in 2011 minder belasting betalen ten opzichte van 2010 door een hogere arbeidskorting en lagere belastingtarieven. Dat blijkt uit berekeningen van salaris- en HR-dienstverlener ADP, die maandelijks de salarisstrook van 1,4 miljoen Nederlandse werknemers verzorgt.

Bij de berekeningen zijn indexering, inflatiecorrectie en loonsverhogingen niet meegenomen. Ook loonstijgingen als gevolg van nieuwe cao`s, bedrijfsspecifieke regelingen en nog te bepalen pensioenpremies voor 2011, zijn niet meegenomen de berekeningen.

Stijgende kosten werkgevers
De kosten van werkgevers gaan allereerst omhoog door de stijgende zorgpremie. Naast de nominale premie stijgt ook de inkomensafhankelijke bijdrage. Werknemers betalen deze bijdrage via het loon, maar wettelijk is geregeld dat werkgevers dit bedrag één op één moeten vergoeden. De maximale vergoeding stijgt met 250,77 euro per jaar. Dit maximum wordt bereikt bij een jaarloon van 33.427 euro.

Bij een bedrijf met driehonderd werknemers betekent dit al snel een extra werkgeversbijdrage van meer dan 75.000 euro. Dit bedrag is weliswaar fiscaal aftrekbaar voor de onderneming, maar leidt per saldo toch tot een stijging van de werkgeverslasten.

De stijging van de zorgpremie is niet de enige lastenverzwaring waar werkgevers mee worden geconfronteerd. Pensioenfondsen hebben hun premies nog niet bekend gemaakt, maar het ligt in de lijn der verwachting dat deze zullen stijgen.

Sectorpremie stijgt ook
Werkgevers betalen sectorpremie om de werkloosheidsuitkeringen mee te financieren. Deze premie verschilt per sector. De minister van SZW heeft de premies op voorstel van het UWV inmiddels vastgesteld. Bij enkele sectoren stijgt de sectorpremie erg fors.

Zo gaan stukadoorbedrijven 2,48% betalen in plaats van 0,96%, ruim 1,5 keer zo veel als in 2010. De premies in Zakelijke Dienstverlening III (onder meer effectenhandelaren, incassobureaus en journalistiek) gaan van 1,43% naar 2,36%, een premiestijging van 65%. De premie in de Bouwsector stijgt met 59% van 0,88% naar 1,4%. De premie voor de Grafische Industrie gaat van 1,55% naar 2,45%, een stijging van 58%.

De sectorpremies worden ook nog eens verhoogd met de zogenoemde uniforme opslag kinderopvang, omdat werkgevers worden geacht een deel van de kosten van kinderopvang voor hun rekening te nemen. Deze opslag is 0,34%.

Nettoloon werknemers stijgt
De eerste loonstrook van 2011 geeft een positief beeld voor werknemers. Alle Nederlandse werknemers zien hun nettoloon stijgen in 2011. De lagere inkomens gaan er procentueel het meest op vooruit.

De grootste stijging is te zien bij een brutoloon van rond de 1.500 euro per maand. In dat geval stijgt het nettoloon het nieuwe jaar met 0,91% (11,34 euro) ten opzichte van 2010. Werknemers met een modaal inkomen (2.546 euro bruto per maand) ontvangen komend jaar netto 9,34 euro meer. Dit laatste is een stijging van 0,52%. Werknemers die twee keer modaal verdienen (bruto 5.092 euro) gaan er netto 15,45 euro op vooruit, een stijging van 0,48%.

De nettolonen stijgen minder naar mate ze hoger worden. Met name bij werknemers met een brutoloon van 4.250 euro per maand is een dip te zien: zij gaan er netto 5,83 euro op vooruit, een stijging van 0,21%. Deze dip in netto loonstijging komt omdat voor inkomens tussen de 44.100 euro en 50.200 euro de arbeidskorting weer stapsgewijs wordt afgebouwd. De maximale korting van 77 euro is bij een brutoloon van 4.250 euro per maand bereikt.

Maar koopkracht daalt
Helaas voor de werknemers, wordt de netto loonstijging teniet gedaan door een daling van de koopkracht. Zo stijgen in veel plaatsen de gemeentelijke lasten en worden ouders geconfronteerd met hogere kosten voor de kinderopvang.

Ook een toename van de nominale premie voor de Zorgverzekeringswet, die rechtstreeks aan de ziektekostenverzekeraar wordt betaald, tempert de netto loonstijging. Zo stijgt de gemiddelde nominale premie van een aantal ziektekostenverzekeraars van 94,62 euro in 2010 naar 105,35 euro in 2011.

Werkkostenregeling invoeren, of niet?
Naast stijgende kosten, krijgen werkgevers te maken met een andere forse verandering in de belastingwetgeving. Vanaf 2011 wordt de werkkostenregeling geïntroduceerd. Van 2011 tot en met 2013 geldt een overgangsrecht. Vanaf 2014 is de nieuwe regeling verplicht.

Volgens ADP moeten werkgevers voor invoering eerst goed in kaart brengen of verstrekte vergoedingen wel binnen de 1,4% van de totale loonsom blijven. Werkgevers moeten daarop kiezen wat ze nog wel en wat ze niet vergoeden aan werknemers. Dit kan grote gevolgen hebben voor de secundaire arbeidsvoorwaarden, maar ook voor de administratieve organisatie van een bedrijf.

ADP merkt dan ook dat veel werkgevers eerst even de kat uit de boom te kijken en van het overgangsrecht gebruik maken.
Doorsturen:

Neem een abonnement en download 460 exclusieve vakartikelen en 311 actuele HR-instrumenten!

Wilt u als HR-professional ook niks meer missen op uw vakgebied?