Wat is de staat van werkend Nederland? Hoe ervaren werknemers hun werk, hoe gezond zijn ze, en wat doen werkgevers eraan? Opvallend is dat innovatie in veel gevallen leidt tot meer werkdruk. Hoewel medewerkers dan geholpen worden door intelligente software en slimme machines, moeten ze per saldo meer informatie verwerken en hogere productie leveren. Er zit een grens aan wat mensen geestelijk en lichamelijk kunnen verstouwen. HR-adviseurs moeten daarom waakzaam zijn. Want werk moet het liefst een beetje uitdagend zijn, maar het mag mensen niet opbranden.
De Arbobalans 2024, uitgevoerd door TNO in opdracht van het ministerie van SZW, laat zien dat investeren in gezonde werkomstandigheden loont. Niet alleen financieel, maar vooral in betrokkenheid, inzetbaarheid en continuïteit.
Want achter de vele cijfers en grafieken schuilt een duidelijke boodschap: de kwaliteit van werk mag dan op papier redelijk stabiel zijn, de mentale belasting en het langdurig verzuim nemen alarmerend toe. Als HR-professional of werkgever kun je deze signalen niet negeren. De grote vraag is: wat doe je ermee?
Meer mensen aan het werk, maar niet per se gezonder
Nederland kent in 2023 ruim 9,7 miljoen werkenden – een stevige toename ten opzichte van 2015. Een meerderheid werkt in loondienst, maar het aandeel zelfstandigen groeit gestaag. En hoewel de flexibele schil iets krimpt, is 28% van de beroepsbevolking nog steeds niet in vaste dienst.
Dat klinkt als een dynamische arbeidsmarkt. Maar wie verder kijkt, ziet een ander beeld: de werkdruk stijgt, vooral in sectoren als zorg, bouw en vervoer, en steeds meer mensen melden zich ziek door psychische klachten.
Psychosociale belasting: de stille epidemie op de werkvloer
Burn-outklachten bij werknemers zijn in acht jaar tijd gestegen van 13% naar 19%. Ook zelfstandigen blijven niet buiten schot: onder hen steeg het aantal burn-outklachten van 7% naar 11%. De oorzaak ligt in te hoge taakeisen, weinig autonomie, emotionele belasting, of simpelweg het gevoel er alleen voor te staan. En die factoren blijken niet alleen te leiden tot verminderde inzetbaarheid – ze zorgen ook voor uitval. Een burn-out leidt gemiddeld tot 63 verzuimdagen. Dat is een forse kostenpost voor werkgevers.
Extra zorgelijk is dat deze klachten vooral voorkomen in sectoren waar het personeel al schaars is. In de zorg bijvoorbeeld, waar werkdruk en ongewenst gedrag vaak samenkomen. Maar ook in de bouw, horeca en logistiek ligt fysieke én mentale belasting hoog.
Technologie verandert werk, maar maakt het niet altijd lichter
Opvallend is dat technologische ontwikkeling het werk verandert van driekwart van de werknemers. Soms ten goede – het werk is efficiënter of lichter geworden. Maar vaker dan je zou hopen blijkt dat technologie de mentale druk juist verhoogt. Meer informatie, meer toezicht, meer snelheid. Het is werk dat slimmer lijkt, voelt daardoor soms zwaarder dan ooit.
Ook het thuiswerken is sinds corona blijvend veranderd. Voor de pandemie werkte 2% van de werknemers structureel thuis, nu is dat 7,5%. Een ontwikkeling die autonomie kan vergroten, maar ook het risico op vervaging tussen werk en privé met zich meebrengt. Daardoor staan werknemers ‘altijd aan’ en dat brengt werkstress binnen de muren van hun eigen woning.
Verzuim stijgt – vooral door psychische oorzaken
Het verzuim is sinds 2015 structureel toegenomen. Zo verzuimde 51% van de werknemers in 2023 minstens één keer. Het ziekteverzuimpercentage steeg naar 4,8%. De totale loondoorbetalingskosten door werkgerelateerd verzuim zijn inmiddels opgelopen tot €8,3 miljard per jaar. Meer dan de helft van dat bedrag komt voor rekening van psychosociale belasting.
Bij psychisch verzuim is niet alleen de duur een probleem, maar ook de oorzaak: in driekwart van de gevallen is het werk de aanleiding. Dan vallen werknemers uit door hoge werkdruk, conflicten op het werk of door het gevoel geleefd te worden zonder steun van collega’s of leidinggevenden. Het leidt tot langdurige afwezigheid – en torenhoge kosten voor de werkgever.
Arbeidsongevallen en beroepsziekten: nog altijd te veel
Hoewel het aantal arbeidsongevallen relatief stabiel blijft, zijn er nog steeds veelvuldig ongevallen met verzuim – vooral in sectoren als vervoer, landbouw en horeca.
Een toenemend probleem is ook het aantal beroepsziekten. Bij werknemers is dat in 2023 gestegen naar 3,9%, vooral door psychische klachten. Volgens het RIVM overlijden jaarlijks ongeveer vierduizend mensen aan de gevolgen van beroepsziekten, vaak lang na hun werkzame leven. De grootste veroorzaker is blootstelling aan gevaarlijke stoffen, maar óók stress, burn-out en werkgerelateerde depressie.
Wat doen werkgevers?
Positief is dat de naleving van de Arbowet langzaam vooruit gaat. Steeds meer organisaties hebben:
De bovenstaande punten zijn verplicht, maar toch zijn het vooral grotere bedrijven die dit goed geregeld hebben. Kleine werkgevers blijven achter: slechts 59% heeft een RI&E, en bij 13% is zelfs niets geregeld.
Wat betreft maatregelen is er zeker beweging. De meeste werkgevers zetten in op:
Maar maatregelen die gericht zijn op bronaanpak – zoals het wegnemen van herhaalde fysieke handelingen of het automatiseren van risicovolle taken – worden veel minder genomen.
Wat kun je als HR-professional doen? |
De Arbobalans is geen papieren rapport – het is een spiegel. Voor de HR-adviseur ligt hier een concrete agenda: |
|
|
|
|
|