Bedrijven kunnen beter wachten met het invoeren van de werkkostenregeling, waarschuwt verzekeraar Centraal Beheer Achmea. Het voordeel is klein en bovendien is onduidelijk of de regeling niet wijzigt.

De Werkkostenregeling geeft werkgevers de mogelijkheid belastingvrij vergoedingen aan werknemers te verstrekken tot maximaal 1,4% van de totale loonsom. Werkgevers kunnen tot 2014 kiezen of ze hieraan meedoen, of gebruik blijven maken van het oude regime. Vanaf 2014 is de Werkkostenregeling voor alle werkgevers verplicht.

Wordt geen proefkonijn
Volgens de verzekeraar zijn veel vragen over de praktische werking van de Werkkostenregeling nog niet beantwoord. In 2012 geven accountants, fiscalisten en de Belastingdienst voor het eerst een definitief oordeel over de uitvoering van de nieuwe regeling.

Nu is er nog weinig kennis over de praktische werking van de regeling, maar dat zal de komende jaren wel beter worden. Uitstel van invoering verlaagt daarom invoeringskosten voor werkgevers, ook doordat bedrijven dan geen `proefkonijnen` meer zijn voor de deskundigen en de Belastingdienst. Bovendien kan de Werkkostenregeling slechts een tussenstap blijken naar een geheel nieuw systeem van loonsomheffing, waarbij de regeling mogelijk weer wordt aangepast.

Oud is bekend
Het grote voordeel van de huidige vergoedingsregelingen is dat werkgevers op het moment van de vergoeding of verstrekking weten wat de fiscale gevolgen zijn. Voor de meeste werkgevers zijn de fiscale kosten nu beperkt doordat de arbeidsvoorwaarden zijn afgestemd op de fiscale mogelijkheden.

Binnen de Werkkostenregeling wordt dit inzicht pas definitief gekregen na het einde van het kalenderjaar. Dit kan zorgen voor een flinke tegenvaller. Bij overschrijding van de vrije ruimte is de werkgever namelijk meteen 80% eindheffing verschuldigd. Het te verwachten voordeel van de Werkkostenregeling kan daarmee onverwacht snel omdraaien in een nadeel, stelt Centraal Beheer Achmea.