Vertrouwen in pensioenfonds en toezichthouders daalt
Nu de pensioencrisis zich ontvouwt, daalt het vertrouwen van werknemers in pensioenfondsen en de toezichthouders. Langzamerhand dringt het besef door, dat langer doorwerken nodig is om aan een behoorlijk pensioen te komen.
Dat blijkt uit een onderzoek van pensioenadviesbureau
Montae en onderzoeksbureau
GfK onder meer dan 1.000 werknemers die deelnemen aan een pensioenregeling.
Dalend vertrouwen
De berichten over het mogelijk afstempelen van pensioenen heeft het vertrouwen van werknemers in pensioenfondsen sterk doen dalen. Waar begin 2010 slechts 19 procent van de respondenten aangaf weinig vertrouwen in pensioenfondsen te hebben, was dit percentage in augustus gestegen tot 36 procent. Vooral bij ouderen is het vertrouwen gedaald.
Het vertrouwen in pensioenfondsen en de toezichthouders
De Nederlandsche Bank en de
Autoriteit Financiële Markten is in de afgelopen maanden gedaald. Het vertrouwen in de politiek blijft onveranderd laag. Als werknemers zelf mochten kiezen waar ze een pensioen willen opbouwen, zouden ze dat vooral bij een bank doen.
Vroegpensioen verdwijnt uit zicht
In eerdere onderzoeken bleek dat werknemers vaak verwachtten eerder dan 65 jaar met pensioen te kunnen. Maar de resultaten van dit onderzoek geven aan, dat Nederlanders er inmiddels van zijn doordrongen, dat zij langer moeten doorwerken. Nog slechts 20 procent van de werknemers verwacht eerder dan 65 te zullen stoppen met werken, terwijl 40 procent denkt dat dit later dan 65 zal zijn.
Kwart heeft geen interesse
De pensioensector doet zijn best om de communicatie naar deelnemers te verbeteren, maar dat heeft maar beperkt effect. Zo zegt bijna 25 procent van de werknemers geen enkele interesse te hebben in pensioencommunicatie. Waar pensioencommunicatie nu vaak per post plaatsvindt, zien vooral jongere respondenten dat liever per e-mail of via een persoonlijk gesprek.