Hoe het precies zit, weet het UWV ook niet, maar uit cijfers van de uitkeringsinstantie zou blijken dat werkgevers nog maar bij hoge uitzondering een vast arbeidscontract geven.
Volgens het UWV kregen in 2011 nog maar 2.000 mensen (2 procent) bij indiensttreding een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Dat is een daling van 97 procent ten opzichte van 2010. Bovendien kreeg maar 20 procent van de mensen met een tijdelijke aanstelling daarna een vast contract.
Tussen 2008 en 2009 was het aantal vaste contracten bij indiensttreding al gehalveerd, maar sinds 2010 daalde het aantal arbeidsovereenkomsten voor onbepaalde tijd bij indiensttreding van 83.000 naar 2.000. Alleen bij extreem moeilijk vervulbare vacatures bieden werkgevers nog een vaste aanstelling aan, aldus het UWV.
Werkgevers zijn voorzichtig
Volgens het UWV kijken werkgevers de kat uit de boom, vanwege de onzekere economische tijden. Ze zijn voorzichtig bij het aannemen van personeel en als ze al werven, bieden ze voorlopig alleen tijdelijke contracten aan. Uit de UWV-cijfers blijkt namelijk dat in 2011 het aantal arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd wel groeide: van 227.000 naar 368.00.