RWI-voorzitter bezorgd om positie oudere werkloze

Peiling onder professionals en bevolking over arbeidsmarkt

Ondanks de gunstige economische situatie en grote personeelstekorten, verwacht bijna de helft van de Nederlandse huishoudens en eenderde van de arbeidsmarktprofessionals dat de werkloosheid onder ouderen (vanaf 50 jaar) nog verder zal stijgen. Dat blijkt uit de jaarlijkse Arbeidsmarktenquête van de Raad voor Werk en Inkomen (RWI). De RWI is een overlegorgaan van werkgevers, werknemers en gemeenten. De RWI doet voorstellen aan de regering over werk en inkomen.

RWI-voorzitter Van Zijl vindt de positie van de oudere werklozen op de arbeidsmarkt ‘buitengewoon zorgwekkend’. Volgens Van Zijl moet het probleem bij de wortel worden aangepakt. Daarvoor moet allereerst werkloosheid onder ouderen voorkomen worden en de positie van ouderen binnen arbeidsorganisaties verbeteren. Bijvoorbeeld door in scholing van oudere werknemers te investeren. Dan moeten ouderen wel meewerken en ‘niet meer weglopen voor cursussen of trainingen’, vindt Van Zijl.

Mening van professionals en bevolking
De RWI heeft voor de enquête een kleine 700 arbeidsmarktprofessionals ondervraagd. Zij houden zich beroepsmatig bezig met de arbeids- of re-integratiemarkt. Het gaat dan bijvoorbeeld om ambtenaren, uitvoerders, wetenschappers en om vertegenwoordigers van werkgevers- of werknemersorganisaties en re-integratiebedrijven. Verder is met een enquête de opinie van de Nederlandse bevolking in kaart gebracht.

De RWI-Arbeidsmarktenquête 2007 levert de volgende uitkomsten op:
  • Zowel de professionals als de Nederlandse bevolking verwachten dat in de periode tot 2010 de werkloosheid daalt en de werkgelegenheid toeneemt. Over de hele linie zijn de professionals aanzienlijk optimistischer over toekomstige ontwikkelingen op de arbeidsmarkt dan de gemiddelde Nederlander.

  • 95 procent van de arbeidsmarktprofessionals en 85 procent van de bevolking verwacht een lichte tot forse stijging van het aantal werknemers in Nederland afkomstig uit Oost-Europese landen.

  • Volgens ruim 40 procent van de professionals wordt er op de arbeidsmarkt nog in hoge dan wel zeer hoge mate gediscrimineerd op basis van etnische afkomst. Naar verwachting neemt de achterstand van allochtonen op de arbeidsmarkt de komende jaren wel enigszins af. Vooral werkgevers zijn hier redelijk optimistisch over.

  • Een ruime meerderheid van de professionals en de Nederlandse huishoudens verwacht dat de inkomensverschillen tussen nu en 2010 zullen toenemen.

  • Vrijwel alle arbeidsmarktprofessionals - evenals een ruime meerderheid van de huishoudens - verwachten een toename van het aantal zelfstandig ondernemers.

  • Ongeveer driekwart van alle respondenten vindt dat in moderne vormen van gesubsidieerde arbeid altijd geprobeerd moet worden om uiteindelijk inzetbaarheid op de reguliere arbeidsmarkt te realiseren.

  • De aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt is volgens de geënquêteerden 'matig tot slecht'.

  • De professionals die werkzaam zijn bij de overheid of een uitvoeringsinstantie in de sociale zekerheid, schatten de noodzaak voor werkgevers van soepeler ontslagregels hoger in dan dat de groep werkgevers dat zélf doet.

  • Volgens de meeste professionals is er te weinig interne mobiliteit (functiewisseling) binnen organisaties. De Nederlandse bevolking vindt dit wel meevallen.

  • Bijna de helft van de professionals vindt dat er te weinig externe mobiliteit (van werkgever veranderen) op de arbeidsmarkt is. Van de Nederlandse bevolking vindt slechts een kwart dat.

  • Als het gaat om het inzetbaar houden van oudere werknemers vindt een overgrote meerderheid dat hierbij vooral de werkgever in gebreke blijft. Veel minder wordt dit de overheid, sociale partners of de oudere werknemer zelf verweten.
    Doorsturen:

    Neem een abonnement en download 452 exclusieve vakartikelen en 281 actuele HR-instrumenten!

    Wilt u als HR-professional ook niks meer missen op uw vakgebied?